20
HET AANGEPASTE OEFENINGCENTRUM
GEBRUIKEN
1
. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Z
ie HET APPARAAT AANZETTEN op pagina 15.
2. Selecteer het Aangepaste Oefeningencentrum.
Voor het gebruik van een Aangepast Oefeningen-
centrum, drukt u op de toets Selecteer Profiel [SE-
LECT PROFILE] verhogen.
Selecteer het gewenste oefeningprofiel door her-
haaldelijk te drukken op de toetsen Selecteer
Profiel verhogen en verlagen. Druk op de toets
Enter [ENTER] onder de toetsen Maximale snel-
heid [SET MAX. SPEED] instellen. Opmerking: in-
dien u niet op de toets Enter drukt, dan zal het
scherm na een paar seconden verdergaan naar de
volgende selectie.
Selecteer het gewenste oefeningduur door her-
haaldelijk te drukken op de toetsen Tijd [SET TIME]
instellen verhogen en verlagen. Druk dan op de
toets Enter.
Selecteer het gewenste oefeningtempo door her-
haaldelijk te drukken op de toetsen Minimale
Snelheid [SET MIN. SPEED] instelling verhogen en
verlagen. Druk dan op de toets Enter.
Selecteer het gewenste oefeningtempo door her-
haaldelijk te drukken op de toetsen Maximale
Snelheid [SET MAX. SPEED] instelling verhogen
en verlagen. Druk dan op de toets Enter.
Elke aangepaste oefening is in segmenten
ingedeeld. Er is één hellinginstelling en één tempo-
instelling geprogrammeerd voor elk segment.
3. Begin met de oefening.
Druk op de Starttoets [START] om het programma
te laten beginnen. Kort nadat u op de toets heeft
gedrukt, begint de loopband te bewegen. Houd de
handleuningen vast en begin met wandelen.
Tijdens het oefenprogramma, wordt uw profiel
weergegeven zodat u uw vorderingen kunt volgen.
De flikkerende balk van het profiel stelt het huidige
oefeningsegment voor.
De hoogte van het
flikkerende segment
g
eeft de weerstandsin-
stellingen voor het
h
uidige segment weer.
Aan het einde van elk
segment, is een serie geluiden te horen en begint
het volgende segment van het profiel te knipperen.
De nieuwe tempo- en hellinginstellingen verschij-
nen een paar seconden in het display en de loop-
band zal zich automatisch aanpassen aan de
nieuwe tempo- en hellinginstellingen.
De oefening gaat op deze wijze door tot het laatste
segment van het profiel knippert in de display en
het laatste onderdeel stopt. De loopband zal vertra-
gen tot deze halt houdt.
Indien de snelheids- of hellingsinstelling tijdens de
oefening te hoog of te laag staat, dan kunt u de in-
stelling handmatig overschrijven door te drukken
op de toetsen Snelheid [SPEED] en Helling [IN-
CLINE], als het volgende segment van de oefen-
ing begint, dan zal de loopband zich automa-
tisch aanpassen aan de snelheid en hellingin-
stellingen voor het volgende segment.
Om op elk mogelijk ogenblik met de oefening te
stoppen drukt u op de toets Stop [STOP]. Om de
oefening weer te starten, drukt u op de toets Start
of op de toets Snelheidstoename. De loopband be-
gint bij ongeveer 2 km/uur te bewegen, Als het vol-
gende onderdeel van de oefening begint, zal de
loopband zich automatisch aanpassen aan de snel-
heid en hellinginstelling voor dat volgende on-
derdeel.
4. Controleer uw voortgang op het display.
Zie stap 5 op pagina 16.
5. Meet uw hartslag als u dat wilt.
Zie stap 6 op pagina 16.
6. Als u klaar bent met de oefening dient u de
sleutel uit het bedieningspaneel te halen.
Zie stap 7 op pagina 16.
Huidig segment