25
NEDERLANDS
Instellen van de nalooptd
De uitschakelvertraging is de td tussen het uitschakelen van
drukschakelaar B1 en het daadwerkelk uitschakelen van de
pomp.
WAARSCHUWING!
Conform de wet en en voorschriften op het gebied van bevei-
liging tegen explosies, mogen explosieveilige JUNG-Ex-pom-
pen nooit droog lopen of beginnen te 'slurpen'. De pomp moet
zichzelf op zn laatst uitschakelen wanneer het waterpeil de
bovenkant van het pomphuis heeft bereikt.
Er kunnen twee tdsbereiken worden geselecteerd met een
microschakelaar op de printplaat. Binnen deze bereiken wordt
dan met de trimmer "Nachlaufzeit" (Vervolgtd) de exacte td
ingesteld, zodat b het uitschakelen beide persluchtbellen vol-
ledig verschnen, maar de pompen nog geen lucht aanzuigen
(snorkelen) en ook de droogloopbeveiliging nog niet heeft ge-
reageerd.
LET OP! Als de klokken niet verschnen, kunnen schakelpunt-
verschuivingen en overvulling van de as optreden. Een juiste
instelling van de stoptd is alleen door meerdere testcycli van
het systeem mogelk! De laatste looptd van de pomp ontstaat
pas als de afvalwaterdrukpp volledig met afvalwater is gevuld.
Instellen van de looptdbewaking
Voor de maximaal toegestane looptd verwzen w u naar de
gebruikshandleiding van uw pomp. De minuteninformatie vindt
u onder de technische gegevens. Stel vervolgens met de scha-
kelaars S1-S3 op de printplaat een td in die kleiner is dan of
gelk aan deze waarde.
Bewakingstd [min]
50,7 44,8 37,8 31,9 27,8 21,8 14,8 8,9
S1 0 1 0 1 0 1 0 1
S2 0 0 1 1 0 0 1 1
S3 0 0 0 0 1 1 1 1
B dubbele installaties: Gebruik met
pieklastfunctie
Microschakelaar op de printplaat in de stand "Sp.Last = Ein"
(Piekbelasting = AAN) zetten.
B dubbele installaties: Gebruik zonder
piekbelastingsfunctie (geen pompen in
parallel gebruik)
Microschakelaar op de printplaat in de stand "Sp.Last = Aus"
(Piekbelasting = UIT) zetten.
Het inschakelen van drukschakelaar B2 of de reactie van een
motorbeveiligingsschakelaar of temperatuurbegrenzer leidt
tot het inschakelen van de reservepomp.
De motorbeveiligingen zn niet geblokkeerd, een gelktdig
lopen van de pompen is dus niet volledig uitgesloten. Wanneer
daardoor problemen kunnen ontstaat, moet een motorbeveili-
gingsblokkering worden geïnstalleerd.
B dubbele installaties: Gebruik als
enkelvoudige installatie
De besturing kan ook met slechts één aangesloten pomp wer-
ken. Daarvoor moeten de klemmen 30/32 van de niet-aan-
gesloten pomp met een geïsoleerde, geaderde kabel worden
overbrugd. Beide motorbeveiligingsschakelaars moeten zn
ingeschakeld.
De keuzeschakelaar van de niet aangesloten pomp in de stand
"0" en de aangesloten pomp in de stand "Automatisch" zetten.
De interne alarmzoemer uitschakelen
Trek daartoe de verzegelde brug "BRX" los. Zet de brug weer op
een pin van de 2-polige pinnenstrip om hem niet kwt te raken.
Externe alarmzoemer (toebehoren)
LET OP! B het aansluiten van een externe zoemer, moet de
geïntegreerde zoemer worden uitgeschakeld.
Een 12 V-zoemer met max. 30 mA stroomverbruik kan worden
aangesloten op de klemmen "S +" en "S-" met de juiste polari-
teit.
Storingsmelding op afstand
De melding op afstand vindt plaats via de klemmen 40/41 op de
printplaat. Het potentiaalvr sluitercontact van de algemene
storingsfunctie is met max. 5 A/250 V AC belastbaar.
Extern 230V~ knipper- of
waarschuwingslampje (toebehoren)
230V~ lampje (max.1A) op de klemmen N en 43 aansluiten.
Geïsoleerde draadbrug vanaf klem U~ naar 42 aanbrengen. De
stroomkring wordt beveiligd via F1.
De microschakelaar "Alarmsignal" (Alarmsignaal) als volgt
instellen:
knipperlicht: Stand "permanent" ( = )
Waarschuwingssignaal: Stand "blinkend" (knipperend) (_ Π_Π_)
Het lampje kan met de groene reset-knop worden gereset.
Accu voor het van het elektriciteitsnetwerk
onafhankelk alarm (toebehoren)
De accu op de aansluitclip aansluiten en op de daarvoor be-
stemde plaats op de printplaat met de aanwezige kabelbinders
vastzetten.
Een ontladen accu wordt binnen circa 24 uur bedrfsklaar op-
geladen. Volledige oplading wordt na circa 100 uur bereikt.
LET OP! De goede werking van de accu regelmatig controle-
ren! De levensduur bedraagt circa 5-10 jaar. De datum van in-
gebruikname op de accu noteren en na 5 jaar de accu uit voor-
zorg vervangen.
VOORZICHTIG!
Alleen de 9V-NiMh-accu van fabrikant gebruiken! B gebruik van
droge batteren of Lithium accus bestaat ontplongsgevaar!
LCD-bedrfsurenteller gebruiken
(toebehoren)
De plaats op de printplaat is per pomp met "Betriebsstunden-
zähler" (Bedrfsurenteller) aangegeven. De aansluitdraden van
de bedrfsurenteller gelkmatig tot circa 10 mm inkorten en op
de printplaat vaststeken. Zowel de aansluitdraden als de aan-
sluiting op de printplaat zn met "N-P-I-R" aangegeven.
Na het opnieuw inschakelen van de netspanning moet de
LCD-display zichtbaar worden. Als er geen weergave plaats-
vindt, de netspanning weer uitschakelen, de bedrfsurenteller
lostrekken, 180° draaien en weer vaststeken.