26
NEDERLANDS
Externe inschakelvertraging (toebehoren)
B gebruik van de ESV/1-module moet de interne inschakel-
vertraging worden uitgeschakeld, de micro-schakelaar op de
AD-printplaat moet op "AUS" (uit) worden gezet.
Inbouw achteraf van droogloopbeveiliging
(toebehoren)
Alle besturingen met de toevoeging "TLS" zn al standaard uit-
gerust met een droogloopbescherming.
B explosieveilige installaties moeten een droogloopbeveili-
ging aanwezig zn, welke met een toebehorenpakket kan wor-
den omgebouwd. Een vlotterschakelaar (KT-T) wordt daarb
via de meegeleverde veiligheidsbarrière ± 24V op de besturing
aangesloten.
ONDERHOUD
De besturing is onderhoudsvr. De persluchtklokken moeten
aan de hand van de kwaliteit van het afvalwater op gezette
tden worden gecontroleerd en eventuele afzetting moeten
worden verwderd! Vervolgens moet de juiste instelling van de
nalooptd door het observeren van het pompproces in de au-
tomatische stand worden gecontroleerd.
De vertragingstd is correct als de dynamische stuwdrukklok-
ken volledig uit het afvalwater zn gekomen en de pomp zich-
zelf uitschakelt alvorens h lucht trekt. Afwkingen door een
vakman laten corrigeren.
Een eventueel aanwezige 9V-batter voor een van het elektri-
citeitsnetwerk onafhankelk netwerk moet regelmatig worden
gecontroleerd. Daartoe moet de besturing spanningsloos wor-
den gemaakt en een alarmmelding geactiveerd (bv. motorbe-
veiligingsschakelaar activeren). Toonhoogte en geluidssterkte
van de zoemer mogen een aantal minuten lang niet wezenlk
veranderen, anders de accu vervangen. Accu's die ouder zn
dan vf jaar, moeten uit voorzorg worden vervangen.
Periodieke controle van de
droogloopbescherming
De droogloopbescherming is een belangrke veiligheidsvoor-
ziening voor de explosiebescherming en moet ten minste een-
maal per jaar worden getest op een goede werking en in com-
merciële installaties tweemaal per jaar:
De pomp met de moduskeuzeschakelaar van de besturing in de
stand "Handbediening" zetten. B dubbele systemen moet de
test met beide pompen na elkaar worden uitgevoerd.
Op het afvoerwaterpeil in de pomp schacht letten.
Correct is ... wanneer de pomp wordt uitgeschakeld voordat h
"lucht trekt" - er mogen geen slurpende geluiden te horen zn.
B het uitschakelen moet het ringhuis (onderste deel van de
pomp met de waaier) zich nog volledig onder water bevinden.
In de besturing moet "Wassermangel" (Watertekort) worden
weergegeven.
Vervolgens de moduskeuzeschakelaar weer in de stand "Auto-
matik" zetten.
Niet juist is ... als de pomp pas wordt uitgeschakeld nadat h
al is begonnen met lucht te trekken of als er helemaal geen
uitschakeling plaatsvindt. In dit geval moet een specialist in
explosiebescherming de storingsoorzaak onmiddellk gaan
zoeken en opheffen!