42
Indien men dit alles heeft uitgevoerd en de storing is nog niet verholpen, dan moet men zich te wenden tot de klantendienst.
NL
PROBLEEM MOGELKE OORZAAK REMEDIE
DE POMP POMPT GEEN WATER, DE
MOTOR DRAAIT NIET
1) Gebrek aan elektrische energie. Controleer of er spanning is en of de steker er goed ingestoken is.
2) Ingrpen motorbescherming. Controleer de oorzaak en zet de schakelaar weer aan. Indien de thermoregelaar
is ingegrepen dan wachten dat het systeem af is gekoeld.
3) Condensator kapot. Neem contact op met de klanten servicedienst.
4) As geblokkeerd. Neem contact op met de klanten servicedienst.
5) Drukregelaar foutief geïnstalleerd of
beschadigd.
Neem contact op met de klanten servicedienst.
DE MOTOR DRAAIT, MAAR
DE POMP POMPT GEEN VLOEISTOF
1) Het pomplichaam is niet gevuld. Het apparaat stopzetten en het pomplichaam vullen met water, door de vuldop
(g. 1, n. 9).
2) Ingang lucht door de aanzuigslang. Controleer dat:
• De aansluitstukken lekdicht zn
• Het vloeistofniveau niet is gedaald onder de bodemklep
• De bodemklep lekdicht is en niet geblokkeerd
• Er langs de aanzuigbuizen geen zwanehalzen, hellingen naar boven of
vernauwingen zn
3) Aanzuighoogte te groot voor de
pomp.
Controleer en verminder de aanzuighoogte, of gebruik een apparaat met meer
geschikte eigenschappen.
DE POMP STOPT NA EEN KORTE TD
DOOR INGRPEN VAN DE THERMISCHE
MOTORBESCHERMER
1) Elektrische voeding niet volgens de
gegevens van het typeplaatje.
Despanningopdegeleidersvande voedingskabel controleren.
2) Een vast deeltje heeft het pomprad
geblokkeerd.
Neem contact op met de klanten servicedienst.
3) Vloeistof te dik. Verdun de gepompte vloeistof.
4) Vloeistof of omgeving te warm. Elimineer de oorzaak van de storing, wacht tot de pomp is afgekoeld en start
hem weer op.
5) De pomp loopt droog of met de
sluitklep in de aanzuigleiding dicht.
DE POMP START VAAK OP EN KOMT
DAN WEER TOT STILSTAND
1) Membrana van het reservoir
beschadigd.
Laat het membraan of het reservoir door gespecialiseerde personeel
vervangen.
2) Te weinig perslucht in het reservoir. Vul het reservoir door de klep van de uitgaande leiding met lucht, tot een druk
van 1,5 bar.
3) Bodemklep van de aanzuigslang
geblokkeerd en niet lekdicht.
Demonteer en reinig de klep of vervang hem, indien noodzakelk.
DE ELECTRISCHE POMP BEREIKT
DE GEWENSTE DRUK NIET
1) Stopdruk van de drukregelaar is
te laag.
Neem contact op met de klantenservice.
2) Luchtingang in de aanzuigslang. Zie punt 2.2
DE ELECTRISCHE POMP LOOPT
VOORTDUREND
1) Afstelling maximale druk te hoog. Neem contact op met de klantenservice.
2) Luchtingang in de aanzuigslang. Zie punt 2.2