www.scheppach.com
NL
|
61
10.2. Zandlterinstallatie van het zwembad vullen
(afb. 5, 6 en 7)
BELANGRIJK:Gebruik uitsluitend kwartszand (niet bij
de levering inbegrepen) met een korrelgrootte van 0,45
- 0,55 mm. Let op de juiste korrelaanduiding. Een te
kleine korrelgrootte zorgt er voor dat er zand in het
bassin wordt gespoeld. Een te grote korrelgrootte zorgt
er voor dat de lterkwaliteit verslechterd.
Als alternatief kunt u voor het vullen van de ltertank (5)
lterballen gebruiken (niet bij de levering inbegrepen).
Let op:Alvorens het lterreservoir (5) met een
ltermedium vullen, moet u ervoor zorgen dat de
lterbuis (17) en de vulhulp (18) zich in de ltertank (5)
bevinden.
1. Plaats de lterbuis (17) in het midden van de
ltertank (5). Het vulhulpmiddel (18) wordt gebruikt
om de positie van de lterpijp (17) te xeren en te
borgen. Bovendien wordt hiermee voorkomen dat
het ltermedium tijdens het vullen in de lterpijp
(17) terechtkomt (zie afb. 6).
2. Vul de ltertank (5) met het ltermedium en let
op dat er geen ltermedium in de lterpijp (17)
terechtkomt.
3. De hoogte van de inhoud mag niet 2/3 van de
totale hoogte van de ltertank (5) overschrijden.
Dit komt overeen met ongeveer 10 kg kwartszand
of 300 g lterballen. Aanwijzing:Vul af en toe water
bij, zodat het ltermedium zich bindt.
4. Nadat de ltertank (5) wordt gevuld, kan het
vulhulpmiddel (18) weer worden verwijderd.
Bewaar dit voor toekomstig bijvullen - zoals bijv. bij
het vervangen van het zand.
5. Let op dat de afdichting van de ltertank schoon
is. Ook het randgedeelte van de ltertank resp.
van de multifunctionele 5-weg-klep (1), waar de
afdichting tegen aan ligt, moet schoon en vrij zijn
van eventuele zandkorrels. De lterbuis (17) die in
het reservoir zit, moet in het midden en volledig
in de multifunctionele 5-weg-klep (1) worden
gestoken.
6. Plaats nu de multifunctionele 5-weg-klep (1) incl.
O-ring (4) op de lterpijp (17) en bevestig deze met
de klemring (3) op de ltertank (5). (zie afb. 7)
10.3 Filtertank met lterpomp verbinden
(afb. 8 + 9)
Verbind nu de lterpomp (11) en de 5-weg-klep (1) met
de slang (14).
1. Steek de slangklemmen (13) op de slang.
9. Montage
Voordat u de zandlterinstallatie van het zwembad
monteert, stelt u de locatie vast. Als het lter eerst met
ltermedium is gevuld, kan deze lastig worden vervan-
gen. De opstellingslocatie moet absoluut vlak zijn.
De opstellingslocatie moet dusdanig zijn gedenieerd,
dat de zuig-/skimmerleiding zo kort mogelijk is. Bij een
langvormige bassin bijvoorbeeld, waarbij aan de smal-
le zijde van de skimmer en op de tegenoverliggende
smalle zijde de spuitmonden bevinden, moet de zand-
lterinstallatie van het zwembad aan de skimmerzijde
worden geplaatst.
De pomp moet – indien mogelijk – lager dan het wa-
terpeil staan, zodat deze continu wordt voorzien van
water. Als een opstelling boven het waterpeil nodig is,
moet in acht worden genomen dat het hoogteverschil
tussen de pomp en het waterpeil niet meer is dan 50
cm.
Als de zandlterinstallatie van het zwembad in een l-
terschacht wordt geplaatst, moet worden gewaarborgd
dat de schacht niet kan overstromen. Voor dit doelein-
de is het praktisch als u in het bereik van de lterscha-
cht een rol (grind) plaatst resp. een directe aansluiting
met het kanaal of een dompelpomp met vlotter plaatst.
Let op dat de lterschacht in geen geval luchtdicht mag
worden afgesloten, omdat dit kan leiden tot schade aan
de pomp door condenswatervorming. De grootte van
de lterschacht moet dusdanig worden gekozen, dat
werkzaamheden aan de zandlterinstallatie van het
zwembad kunnen worden uitgevoerd.
10. Montage
10.1 Montage van de zandlterinstallatie van het
zwembad op de grondplaat (afb. 3 + 4)
1. Stel de ltertank (5) in de gevormde uitsparing van
de grondplaat (10).
2. Plaats de lterpomp (11) op de grondplaat
(10) en schroef deze aan elkaar met de
bevestigingsschroeven (21) en de onderlegringen
(22).