terugslagklep erin;
–
voltooi de assemblage door het deksel
(12) op de zijkanten te bevestigen.
OPMERKINGEN: Het “Testcertificaat”
dat zich in de verbrandingskamer bevindt
dient bij de documentatie van de verwar-
mingsketel te worden bewaard.
2.6 ELEKTRISCHE AANSLUITING
De ketel is voorzien van een stroom-
snoer en dient te worden gevoed met
een eenfasige spanning van 230V -
50Hz met behulp van een door zeke-
ringen beveiligde hoofdschakelaar.
De kamerthermostaat (die niet wordt
meegeleverd) die noodzakelijk is voor
het verkrijgen van een betere tempe-
ratuurregeling, dient te worden aange-
sloten zoals aangeduid op de schema's
(fig. 6) en nadat de oorspronkelijke
brug is verwijderd.
Sluit vervolgens de bijgeleverde voe-
dingskabel van de brander en van de
circulatiepomp van de installatie aan.
OPMERKINGEN: Het toestel moet op
een deugdelijk geaard stopcontact aan-
gesloten worden. De fabrikant wijst alle
aansprakelijkheid af voor ongevallen die
het gevolg zijn van het niet aarden van
de ketel. Alvorens welke werkzaamhe-
den dan ook aan het elektrische
schakelpaneel uit te voeren moet eerst
de elektrische stroomtoevoer uitge-
schakeld worden.
40
LEGENDE
TS Veiligheidsaquastaat
TA Kamerthermostaat
TC Ketelaquastaat
IG Hoofdschakelaar
PI Installatiepomp
B Brander
SB Controlelamp bij hey in
veiligheid vallen van de ketel
Fig. 6
“AR” ketel
Fig. 5
“ARB” ketel
LEGENDE
TS Veiligheidsaquastaat
SB Controlelamp bij hey in
veiligheid vallen van de ketel
EI Zomer - Winter schakelaar
TA Kamerthermostaat
TB Boiler aquastaat
TC Ketelaquastaat
TL Maximaal aquastaat
IG Hoofdschakelaar
PB Boiler laadpomp
PI Installatiepomp
B Brander
R Relé
Fig. 6/a