21
ZCT9080CE Rev. A (04/21)
Gebruik van de snelheidsinstelknop
De snelheidsinstelknop wordt gebruikt om de snelheid
van de beitel, de slagsnelheid en het uitgangskoppel te
regelen.
Afbeelding 2: Snelheidsinstelknop
De toerentallen voor rotatie linksom (CCW) en rechtsom
(CW) kunnen afzonderlijk ingesteld worden. Zo kunt u
bevestigingsmateriaal op vol toerental verwijderen en dit
weer installeren met betere beheersing bij een lager
toerental.
1. Druk de bedieningsknop in en laat hem los om het
gereedschap in te schakelen. De op dat moment
geselecteerde snelheid wordt weergegeven volgens
onderstaand snelheidsselectieschema.
2. Druk op de snelheidsinstelknop om door de drie (3)
snelheidsstanden te lopen. Als het lampje voor de
gewenste snelheidsinstelling brandt, kunt u het
gereedschap gaan gebruiken.
INSTEL-
LING
SNELHEIDS-
SELECTIE
WEERGAVE
SNEL-
HEID
SLA-
GEN/
MIN
KOPPEL
% *
1
0-395 0-560 0-25%
2
0-780 0-1150 0-50%
3
0-1570 0-2300 0-100%
* Effect op koppel % verkregen met 1-1/4 inch
zeskantbout. Gebruik altijd een momentsleutel om het
koppel te controleren.
KLEUR
LAMPJE
RICHTING
Groen Linksom
Rood Rechtsom
Vooruit-/achteruitknop
De vooruit/achteruitknop bepaalt de draairichting van het
aambeeld: rechtsom of linksom.
A
Afbeelding 3: Vooruit-/achteruitknop
A – Druk de knop in voor achteruit of linksom
draaien.
B – Laat de knop los voor vooruit of rechtsom
draaien.
De draairichting van het aambeeld veranderen:
1. Zorg dat de moeraanzetter stilstaat en niet werkt.
2. De stand van de vooruit-/achteruitknop bepaalt de
draairichting van het aambeeld. De knopstanden,
wanneer het gereedschap zoals hierboven
weergegeven wordt vastgehouden, zijn:
— Vooruit (B hierboven), het aambeeld draait
rechtsom;
— Achteruit (A hierboven), het aambeeld draait
linksom.
3. De knop moet in vooruit of achteruit staan om te
werken. In de middelste stand is de knop vergrendeld.
Bedieningsknop
Druk de bedieningsknop in om het aambeeld te laten
draaien. De bedieningsknop moet in vooruit of achter
staan om te werken. De bedieningsknop kan in UIT
worden vergrendeld. Door de bedieningsknop in UIT te
vergrendelen, kunt u voorkomen dat de moeraanzetter
per ongeluk wordt gestart als hij niet wordt gebruikt. Zet
de knop in de middelste stand om de bedieningsknop te
vergrendelen. Vergrendel de bedieningsknop als u het
gereedschap niet gebruikt.
Overbelasting
Als het gereedschap om de een of andere reden
overbelast is waardoor de bedieningsknop of accu te
warm wordt, wordt het gereedschap door de inwendige
elektronica uitgeschakeld. Dit is een
veiligheidsvoorziening die oververhitting van het
gereedschap helpt te voorkomen. Laat de
bedieningsknop los om weer door te gaan.