213
NL
GEBRUIKSAANWIJZING
Richtlijnen
• De volgende richtlijnen helpen bij het plannen van je trainingsprogramma. Denk eraan dat de juiste voeding en
voldoende rust essentieel zijn voor succesvolle resultaten. Als je met een trainingsprogramma begint, zou je eerst je
arts moeten raadplegen als:
• Je hartproblemen, hoge bloeddruk of andere ziekten hebt.
• Je meer dan een jaar niet meer hebt getraind.
• Je meer dan 35 jaar bent en niet meer hebt getraind.
• Je zwanger bent.
• Je diabetes hebt.
• Je pijn in de borst hebt, duizelig bent of je onwel voelt.
• Je van een verwonding of ziekte herstelt.
Gewenste hartfrequentie
TRAININGSZONE
LEEFTIJD Min-max (BPM - slagen per minuut)
20 133 - 167
25 132 - 166
30 130 - 164
35 129 - 162
40 127 - 161
45 125 - 159
50 124 - 156
55 122 - 155
60 121 - 153
65 119 - 151
70 118 - 150
75 117 - 147
80 115 - 146
85 114 - 144
Let op: Dit is alleen een richtlijn en de prestaties zijn afhankelijk van de geschiktheid en de gezondheid van
de persoon die het apparaat gebruikt.
Trainingstips
• Voer altijd stretchoefeningen uit voor en na je trainingen.
• Begin langzaam. Als je teveel wilt trainen, kan dit tot verwondingen leiden.
• Als je ziek bent en je zwak voelt, is het beter nog een paar dagen te rusten.
• Begin met twee tot drie trainingen van 15 minuten per week en neem een dag vrij tussen de trainingen door.
• Doe gedurende 5 of 10 minuten opwarmingsoefeningen met lichte bewegingen, zoals lopen of je armen in een
cirkel draaien en stretch de spieren die je tijdens de training gaat gebruiken. Met het apparaat train je vooral je dijen
en kuiten.