Nederlands
Sectie 4
Opstarten / Werking
Starten en ontluchten
• Vooraleer de pomp te starten, moet het pomphuis met water gevuld worden tot op het niveau van de aanzuigleiding.
• Telkens u het deksel verwijderd heeft, moet u de O-ring opnieuw met silicone insmeren.
• Start de motor. De pomp begint aan te zuigen. De ontluchtingstijd is afhankelijk van de aanzuighoogte en de afstand
tot het zwembad. Vijf minuten is normaal.
• De pomp kan een maximaal hoogteverschil van 2,5 meter overwinnen. Als de pomp niet aanzuigt, raadpleeg dan het
hoofdstuk ‘Problemen oplossen’.
Onderhoud
De lterkorf moet dagelijks verwijderd en gereinigd worden . Stel de pomp nooit in werking zonder de korf.
Component Controle Interval Opmerkingen
Waarschuwingspictogrammen Visuele controle Maandelijks Vervang indien nodig
Watertoevoer Controleer leidingen en
aansluitingen
Maandelijks Herstel onmiddellijk alle schade
Veiligheidsinstallaties Visuele controle Maandelijks Zorg voor correcte installatie /
herstel
Algemene staat van de
pompen
Visuele controle Halfjaarlijks Let op roestvorming of schade
Koelribben van elektrische
motoren
Reinig de koelribben om de
koelende werking te behouden
Halfjaarlijks
Elektrische uitrusting Controle Maandelijks Corrigeer onmiddellijk losse
aansluitingen of geschroeide
kabels. Laat alle fouten direct
door een bekwame elektricien
herstellen.
Behuizing van voorlter Controleer de behuizing op vuil Wekelijks Verwijder grondig al het vuil
O-Ring in deksel van voorlter Visuele controle Halfjaarlijks
Overwinteren
• Bescherm de pomp tegen de vrieskou.
• Verwijder alle pluggen en laat de pomp en alle leidingen leeglopen.
• Bewaar de pluggen in de korf.
• Berg de pomp in een droge en warme kamer op.
• Wikkel de motor niet in plastic omdat er dan binnenin condensatie kan ontstaan.
• In installaties waar de pomp niet geledigd kan worden, beschermt een mengsel van 40% propyleenglycol en 60%
water de pomp tot temperaturen van -46°C.
• Gebruik uitsluitend propyleenglycol. Andere antivriesmiddelen zijn uiterst giftig en beschadigen de pomp.
Sectie 5
Elektrische aansluiting
De elektrische aansluiting van de motor moet door een vakman gedaan worden in overeenstemming met deze handleiding
en lokale regelgeving.De professionele installateur zou moeten voorzien dat de motor voldoende motorbescherming heeft.
Alle elektrische gegevens zouden van de motornaamplaat moeten worden gebruikt.
De voedingsspanning moet voor ± 5% overeenkomen met deze die vermeld staat op de kenplaat van de motor.
9