7 GEBRUIKSINFORMATIE (PAGINA 6)
7.1 Bedieningen
-  Startinrichting (A1) 
Zie fig. 8
.
Zet de startinrichting in de stand (ON/I).
Wanneer de startinrichting is uitgerust met een controlelampje moet deze 
gaan branden. 
Zet de startinrichting in de stand (OFF/0) om de werking van het apparaat 
te stoppen.
Wanneer de startinrichting is uitgerust met een controlelampje, moet 
deze uitgaan.
Let op - gevaar!
Het apparaat moet tijdens de werking op een degelijk en stabiel 
oppervlak staan, en zijn geplaatst zoals aangegeven. Zie fig. 8.
7.2 Starten
7.2.1 Het opzuigen van droog materiaal. 
Zie fig. 9.
Werk  alleen  met  droge  lters  (B2  -  B11)!  Controleer  vóór 
het  gebruik  of  de  lters  beschadigd  zijn  en  vervang  ze 
indien noodzakelijk. Voor het opzuigen van droog vuil, moet 
u de juiste regeling van de vloerborstel gebruiken en de 
bijbehorende accessoires monteren (gebruik de borstel B13).
Voor het  opzuigen van droog vuil, kunt u, indien nodig, een 
extra lterzakje gebruiken van papier (B11) of van stof (B10) 
(optioneel).
Aanwijzingen met betrekking tot het lterzakje:
– Het vulniveau van het lterzakje is afhankelijk van het type 
opgezogen vuil.
– Bij jne stof, zand, enz. moet u het lterzakje vaak vervangen.
– Een versleten lterzakje kan ontploffen en moet daarom tijdig 
worden vervangen!
Let op - gevaar!
Zuig alleen afgekoelde as op.
7.2.2 Het opzuigen van vloeistoffen 
Zie fig.10.
Let op - gevaar!
Bij schuimvorming of het naar buiten stromen van 
vloeistoffen moet u het apparaat onmiddellijk uitschakelen 
en  de  stekker  uit  het  stopcontact  trekken!  Gebruik  geen 
lterzakjes (noch van papier, noch van stof)!
LET OP
Wanneer het reservoir leeg is zal een vlotter de zuigopening 
sluiten en gaat het apparaat sneller draaien. Schakel het 
apparaat onmiddellijk uit en maak het reservoir leeg.
Voor het opzuigen van vochtig of vloeibaar materiaal, moet 
u de juiste regeling van de vloerborstel gebruiken en de 
bijbehorende accessoires monteren (gebruik borstel B6).
7.2.3 Werk met elektrische gereedschappen. 
Zie fig. 11.
Voor de montagevolgorde verwijzen wij naar fig. 11.
Schakel het apparaat in (draai de schakelaar naar links in 
de stand 
) of (schakelaar met 2 drukknoppen in de 
stand II) en start het werk. 
Waarschuwing: Bij inschakeling van het elektrische 
gereedschap, start de zuigturbine met een vertraging van 
0,5 seconden.
Na uitschakeling van het elektrische gereedschap blijft de 
zuigturbine nog 6 seconden draaien om het resterende vuil 
in de zuigbuis op te kunnen zuigen.
7.2.4 Blaasfunctie. 
Zie fig. 12.
Voor het reinigen van plekken die moeilijk bereikbaar 
zijn  of  waar  opzuigen  niet  mogelijk  is,  bv.  bladeren  van 
kiezelstenen.
Steek de zuigslang in de blaasaansluiting. Op deze wijze 
wordt de blaasfunctie geactiveerd.
Voor een hogere doeltreffendheid van de blaasfunctie raden 
wij het gebruik aan van de borstel voor spleten B8.
7.3  De werking onderbreken (pauze)
  Schakel het apparaat uit. Zie fig. 8.
  Zet het vloermondstuk in de parkeerstand.
7.4  Einde werk
  Schakel het apparaat uit. Zie fig. 8.
  Trek de stekker uit het stopcontact.
7.5  Maak het reservoir leeg
Voor droog en poedervormig vuil: verwijder de kop van het apparaat en 
maak het reservoir leeg. Zie fig. 13.
Voor vloeistoffen: gebruik de afvoerplug waar voorzien (zie fig. 14.), of 
ga te werk als bovenstaand beschreven. 
8 ONDERHOUD (PAGINA 135)
Let op - gevaar!
Tijdens  alle  werkzaamheden  voor  de  installatie  en  montage  moet  het 
apparaat losgekoppeld zijn van het elektriciteitsnet.
Voor de montagevolgorde verwijzen wij naar pag. 135.
Voor al het schoonmaak- en onderhoudswerk moet u het apparaat uitschakelen 
en de stekker uit het stopcontact trekken. Reparatiewerkzaamheden en werk 
aan elektrische installaties mogen alleen door de bevoegde klantenservice 
worden uitgevoerd.
Let op - gevaar!
Gebruik geen schurende reinigingsmiddelen, reinigingsmiddelen voor glas, of 
universele reinigingsmiddelen!  Dompel  het deksel 
met motor (A10)
 nooit 
onder water. Reinig het apparaat en de accessoires van kunststof met een 
normaal schoonmaakmiddel voor kunststof. Spoel, indien nodig, het reservoir 
en de accessoires met water en droog ze af voor het hergebruik ervan.
8.1  Reinig het filterpatroon (B2). Zie fig. 15
Open  de  stofzuiger met  de  clips (A6).  Keer het  deksel  met 
motor om (A10) en demonteer het lterpatroon (B2).
Spoel hem zorgvuldig onder stromend water af en laat hem 
opdrogen. Monteer hem terug als hij droog is.
8.2  Vervanging filterzakje van papier (B11). Zie fig. 17
Open  de  stofzuiger  met  de  clips  (A6).  Verwijder  het  volle 
lterzakje (B11), gooi hem weg en monteer een nieuw exemplaar.
8.3  Reiniging filterzakje van stof (B10) (optioneel). Zie fig. 16
Open de stofzuiger met de clips (A6). Verwijder het lterzakje (B10). 
Maak  het  zakje  leeg,  spoel  hem  zorgvuldig  af  onder  stromend 
water en laat hem opdrogen. Monteer hem terug als hij droog is.
9 OPBERGEN (PAGINA 135)
Let op - gevaar!
Tijdens  alle  werkzaamheden  voor  de  installatie  en  montage  moet  het 
apparaat losgekoppeld zijn van het elektriciteitsnet.
Op het eind van het werk en na de schoonmaak van het apparaat, moet u het 
samen met de accessoires opbergen, zoals aangegeven in 
fig. 18.
.
Bewaar het apparaat op een droge plek.