23
ALGEMENE APPARAAT VEILIGHEID
● Gebruik de Camera niet voor een ander doel dan waarvoor het bedoeld is (zie het hoofdstuk
“Beoogd Gebruik”).
● De Camera is alleen ontworpen en bedoeld voor privégebruik en is niet geschikt voor
commerciële doeleinden.
● Gebruik het apparaat niet op plaatsen waar het gebruik van elektronische apparatuur niet is
toegestaan.
● De Camera kan zowel binnen als buiten gebruikt worden.
● Ga voorzichtig met het apparaat om. Schokken, stoten of een val, zelfs van geringe hoogte,
kunnen het apparaat beschadigen.
● Plaats de Camera niet op een onstabiel oppervlak. Dit kan leiden tot vallen en kan storingen
veroorzaken.
● Plaats de Camera niet onder mechanische belasting.
● Het apparaat moet correct en veilig worden geïnstalleerd en gemonteerd. Volg de instructies om
mogelijk schade/letsel te voorkomen.
● Gebruik nooit accessoires die niet door de producent worden aanbevolen. Ze kunnen een gevaar
vormen voor de gebruiker en het apparaat beschadigen.
● Steek geen voorwerpen of vingers in welke opening ook.
● Oefen geen overmatige kracht uit bij het gebruik van de knoppen op de Camera.
● Oefen geen overmatige kracht uit op het scherm en raak het scherm niet aan met scherpe
voorwerpen.
● Gebruik de Camera niet in de buurt van sterke magnetische velden, bijv. motoren,
transformatoren, mobiele telefoons, e.d.
● Als het niet meer mogelijk is om de Camera veilig te gebruiken, stel het apparaat dan buiten
gebruik en bescherm het tegen onbedoeld gebruik. Een veilige werking kan niet langer worden
gegarandeerd als het apparaat:
- zichtbaar beschadigd is,
- niet meer naar behoren werkt,
- gedurende langere perioden in slechte omgevingsomstandigheden is opgeslagen of
- is blootgesteld aan ernstig transport gerelateerde belastingen.