TechniSat TECHNISTAR S5 - Page 135

18
4.4.3 Met cijfertoetsen invoeren
> Voer met behulp van de cijfertoetsen de gewenste nieuwe instelling in
wanneer binnen de markering vraagtekens of een getalswaarde
weergegeven wordt.
4.4.4 Virtueel toetsenbord
Wordt rechts naast de ingestelde waarde weergegeven, dan gebeurt de wijziging
van een waarde via het virtuele toetsenbord. Bij deze invoermethode hebt u drie
verschillende toetsenbordopties.
U kunt de toetsenbordweergave tussen het zogenaamde QWERTY-toetsenbord
en het alfabetische toetsenbord omschakelen of een sms-toetsenbord gebruiken.
De bediening van het QWERTY-toetsenbord is hetzelfde als bij het alfabetische
toetsenbord. Ze verschillen alleen in de indeling van de verschillende leers, cijfers,
tekens en symbolen.
> Druk op de toets OK om het virtuele toetsenbord te openen. Het toetsenbord
verschijnt nu in de alfabetische weergave.
> Door de toets Optie OPT in te drukken, kunt u naar het QWERTY-toetsenbord
of naar het alfabetische toetsenbord teruggaan.
U kunt het gewenste begrip nu als volgt invoeren:
Pijltoetsen: Om de markering te verplaatsen met de toetsen
van het virtuele toetsenbord.
OK: Het gemarkeerde teken wordt in de term
overgenomen en achteraan toegevoegd of de
gemarkeerde functie wordt uitgevoerd.
/ Gele functietoets: Het toetsenbord wisselt tussen hoofdleers
en kleine leers.