25
Netwerkconfiguratie
In deze stap wordt een automatische controle van de netwerkconfiguratie uitgevoerd.
> Als u de controle van de netwerkconfiguratie niet wilt uitvoeren, druk dan op
de toets Info.
> Als u de netwerkconfiguratie wilt controleren of wijzigen, druk dan op de
Optietoets:
> Kies met de pijltoetsen Omhoog/Omlaag of u een LAN- of een WLAN-
netwerk wilt configureren en druk op de toets OK.
> Configureer nu het netwerk. Raadpleeg de handleiding voor meer details over
de instellingsmogelijkheden.
> Druk vervolgens op de toets Info om de instellingen vast te leggen. De
controle van de netwerkconfiguratie start nu opnieuw.