1. Meetmicrofoon met windbescherming
2. LCD-scherm (display)
3. Toets “REC” voor vasteleggen van de meetwaarde
4. Tiets “SETUP” voor basisinstellingen
5. Toets “FAST/SLOW” voor omschakelen van de meetperiode
6. Toets “MAX/MIN” voor weergave maximum/minimum-waarde
7. Toets “LEVEL” voor omschakelen van het meetbereik
8. Toets “Licht” voor verlichting display
9. Toets “A/C” voor de meetcurve
10. Toets “HOLD” voor het “bevriezen” van de meetwaarde
11. Toets “Aan/Uit”
12. Schroefdraad voor statief
13. Batterijvak aan achterzijde
14. Bus voor aansluiting netdeel
15. Mini-USB bus voor interfacekabel
16. Analoge uitgang
17. CAL-afregelpotmeter (ijkinstelling)