56
U kunt geen
wiverbinding tus-
sen uw toestel en
uw client tot stand
brengen.
• Zorg ervoor dat de wifunctie actief is.
Druk op de WPS-knop om de wifunctie te
activeren of te deactiveren.
• Vernieuw de netwerklijst en selecteer de
juiste SSID.
• Controleer het IP-adres om er zeker van te
zijn dat uw client automatisch een IP-adres
kan ontvangen in de internetprotocoleigen-
schappen (TCP/IP).
• Typ de juiste netwerksleutel (het wiwa-
chtwoord) wanneer u verbinding maakt met
het toestel.
De client die ver-
bonden is met het
toestel, kan geen
toegang tot het
internet krijgen.
• Controleer of uw simkaart beschikbaar is.
• Verander van locatie om een plaats met
een goed signaal te vinden.
• Controleer de instelling van de WAN-
verbindingsmodus.
• Neem contact op met uw serviceprovider
en bevestig uw APN-instellingen.
Als ik de AP-
modus gebruik,
kan de client geen
toegang krijgen tot
het internet.
• Controleer of er al een ander WLAN-
toestel verbonden is met het internet.
• Zorg ervoor dat het subnet van uw toestel
en dat van het andere WLAN-toestel ver-
schillend zijn.