BH 120-300-5 – 6 720 821 243 (2022/06)
40
Voorschriften
3 Voorschriften
Respecteer de volgende richtlijnen en normen:
• Plaatselijke voorschriften
• EnEG (in Duitsland)
• EnEV (in Duitsland)
Installatie en uitrusting van cv- en warmwaterinstallaties:
• DIN- en EN-normen
– DIN 4753, deel 1: waterverwarmer en waterverwarmingsinstal-
laties voor drink- en verwarmingswater; eisen, kenmerken, uit-
rusting en keuring
– DIN 4753, deel 5: warmte-isolatie van waterverwarmers tot
1000 l nominale inhoud - eisen en beproeving (productnorm)
– DIN EN 12828: verwarmingssystemen in gebouwen Ontwerp
voor watervoerende verwarmingssystemen
– DIN 18380: VOB
1)
; cv-installaties en centrale waterverwar-
mingsinstallaties
– DIN 18381: VOB
1)
; installatiewerkzaamheden voor gas,
water en riolering in gebouwen
– VDE-voorschriften
4Transport
▶ Beveilig de bufferboiler tijdens transport tegen omvallen.
▶ Boiler transporteren ( afb. 3, pagina 55).
5Montage
▶ Controleer of de bufferboiler compleet en niet beschadigd is.
5.1 Opstellingsruimte
▶ Plaats de bufferboiler op een sokkel wanneer het gevaar bestaat, dat
op de opstellingsplaats water op de vloer kan verzamelen.
▶ Stel de bufferboiler droog op in een vorstvrije ruimte.
Alleen bij BH 200/300-5:
▶ Respecteer de minimale afstanden in de opstellingsruimte tot de
wand ( afb. 5, pagina 56).
5.2 Bufferboiler opstellen
▶ Bufferboiler opstellen en uitlijnen ( afb. 6 t/m afb. 7, pagina 56).
▶ Verwijder de beschermkappen.
▶ Teflonband of teflonkoord aanbrengen ( afb. 8, pagina 56).
5.3 Hydraulische aansluiting
▶ Bij de keuze van het cv-waterzijdige expansievat rekening houden
met de boilerinhoud.
▶ Leidingen op de bufferboileraansluitingen zodanig uitvoeren dat na-
tuurlijke circulatie niet mogelijk is.
▶ Monteer de aansluitleidingen zonder mechanische spanningen.
▶ Open tijdens het vullen de ontluchting op de boiler
( afb. 2, [10], pagina 55).
De testdruk mag maximaal 3 bar overdruk zijn.
▶ Voer de dichtheidstest uit ( afb. 16, pagina 58).
Installatiecomponenten
Werkingsschema voor aansluiting van de bufferboiler op de warmte-
pomp ( afb. 9, pagina 57).
5.4 Temperatuursensor monteren
▶ Monteer de temperatuursensor ( afb. 10 en 11, pagina 57).
▶ Let op de sensorpositie ( afb. 2, [5] en [9], pagina 55).
▶ Respecteer de installatiehandleiding van de warmtepomp of het re-
geltoestel.
1) VOB: contractbepaling voor bouwprestaties – deel C: Algemene Technische
contractvoorwaarden voor bouwprestaties (ATV)
OPMERKING: Schade aan de installatie door onvol-
doende draagkracht van het opstellingsoppervlak of
door een niet geschikte ondergrond.
▶ Waarborg dat het opstellingsoppervlak vlak is en vol-
doende draagkracht heeft.
GEVAAR: Brandgevaar door soldeer- en laswerkzaam-
heden!
▶
Tref bij soldeer- en laswerkzaamheden de gepaste vei-
ligheidsmaatregelen, aangezien de warmte-isolatie
brandbaar is (bijvoorbeeld warmte-isolatie afdekken).
VOORZICHTIG: Waterschade!
▶ Monteer voor het ledigen van de boiler bouwzijdig
een aftapkraan op de onderste boileraansluiting
( afb. 2, [3], pagina 55) (alleen BH 200/300)!
VOORZICHTIG: Beschadiging van niet-hittebestendige
installatiematerialen (bijvoorbeeld kunststof leidingen)!
▶ Gebruik installatiemateriaal, dat hittebestendig is
tot 80 °C.
Vul het buffervat uitsluitend met drinkwater.
Pos. Omschrijving
1 Warmtepomp
2 Verwarmingsysteem
3 Extra cv-systeem (bij uitbreiding)
4 Pomp
5 3-weg mengklep
6 Buffervat
Tabel 7 Installatiecomponenten (
afb. 9, pagina 57)
Let erop, dat het sensorvlak over de gehele lengte con-
tact heeft met het dompelhulsvlak.