7.1 CHECKLIST VOOR LAATSTE CONTROLE
Ter afronding van de installatie dient u voorafgaand aan het testbedrijf de volgende controles uit te voeren.
■ Sterktevandeinstallatielocatievoorzoweldebinnen-alsdebuitenunit,debevestigingdatergeensprakeisvanblokkade
van de luchtuitlaat of -inlaat van de unit.
■ Dichtheidvandeaansluitingvandekoelmiddelleidingencontroleeroplekkage.
■ Elektrischekabelaansluitingenzijncorrectgemaaktenunitismetdeaardeverbonden.
■ Controleerdetotalelengtevandeleidingenregistreerdehoeveelheidextrakoelmiddel.
■ Devoedingdientovereentekomenmetdenominalespanningvandeairconditioner.
■ Leidingisolatie.
■ Afvoerleiding.
7.2 HANDMATIGE BEDIENING
De unit kan handmatig worden bediend door te drukken op de toets Handmatige bediening op het displaypaneel.
Drukherhaaldelijkopdehandmatigetoetsomdemodustewijzigen.Ditgebeurtalsvolgt;
■ Eénkeer=AUTO-modus[verwarmen,koelenofventilator24°Cenautomatischeventilatorsnelheid.
■ Tweekeer=COOLING-modus[schakeltna30minutenovernaarAUTO-modus(voornamelijkgebruiktomtetesten)].
■ Driekeer=OFF(UIT).
NL-21
Motor
Blazerbehuizing
Geventileerde wand
Afvoerpomp
6. DE MOTOR EN WATERPOMP DEMONTEREN
Neem model met inname aan achterkant als voorbeeld
Motoronderhoud
■ Verwijderhetventilatiepaneel(5locaties)
■ Verwijderdeblazerbehuizing
■ Neemdemotoruit
Onderhoud afvoerpomp
■ Verwijderdeschroevenopdeafvoerpomp(4locaties)
■ Haaldestroomkabelvoordepompendewaterpeilschakelaar
uit het stopcontact.
■ Verwijderdeafvoerpomp
7. LAATSTE CONTROLE EN TESTBEDRIJF