84
BUITENGEWOON ONDERHOUD
Het buitengewone onderhoud mag uitsluitend aan de hand van de onderstaande tabel worden verricht
door een Gespecialiseerd Technicus.
Verricht tevens het buitengewone onderhoud beschreven in handleiding voor gebruik en onderhoud
van de verbrandingsmotor.
ONDERHOUDSINTERVAL HANDELING
Na de eerste 50 bedrijfsuren • De olie in de pomp verversen.
Elke 200 uur • Het hydraulische circuit van de pomp controleren.
• De bevestiging van de pomp en de verbrandingsmotor controleren.
Elke 500 uur • De olie in de pomp en de olie in de reductor verversen.
• De kleppen voor de aanzuiging/toevoer van de pomp controleren.
• De bevestiging van de schroeven van de pomp controleren.
• De regelklep van de pomp controleren.
• De veiligheidsinrichtingen controleren.
WAARSCHUWING
• De gegevens van de tabel zijn slechts indicatief. Bij een bijzonder zwaar gebruik kan het nodig zijn
dat u de handelingen vaker verricht.
STORINGEN, OORZAKEN EN OPLOSSINGEN
STORINGEN OORZAKEN OPLOSSINGEN
De verbrandingsmotor
start niet, functioneert
onregelmatig of komt
tijdens de functionering
tot stilstand.
Raadpleeg de handleiding
voor gebruik en onderhoud
van de verbrandingsmotor.
Raadpleeg de handleiding voor gebruik en
onderhoud van de verbrandingsmotor als de
tank met brandstof is gevuld.
De hogedrukreiniger trilt
veel en maakt veel geluid.
Het filter (23) op de
watertoevoer is vuil.
Neem de aanwijzingen in acht van de paragraaf
“NORMAAL ONDERHOUD”
.
Luchtaanzuiging. Controleren of het aanzuigcircuit heel is.
Onvoldoende watertoevoer
of het water wordt op een
te grote diepte aangezogen.
Controleren of het kraantje helemaal geopend
is en of het debiet van het waterleidingnet
of de pompdiepte overeenstemmen met de
gegevens van de paragraaf
"EIGENSCHAPPEN
EN TECHNISCHE GEGEVENS".
(wordt vervolgd op de volgende pagina)