NEDERLANDS
NL
32
32
11. OPSPOREN EN OPLOSSEN VAN STORINGEN
STORINGEN
CONTROLES
OPLOSSINGEN
1
De motor start niet en maakt
-
A. Geen voedingspanning.
-
A. Herstel de voedingspanning
B. Vervang de zekering. Meet de kabel en de motor door. Als de kabel
of de motor defect is, vervang dan de defecte onderdelen.
2 Motor bromt maar draait niet.
A. Waaier/versnijder zit vast.
B. Motor of condensator is defect
C. Bedieningspaneel defect
draaien.
B. Vervang de motor of de condensator.
3
De motor functioneert continu
of slaat aan met regelmatige
tussenpozen
A. Water lekt van de instroomopening naar de tank.
B. Water lekt vanuit de persleiding terug naar de tank.
A. Controleer op lekkende toepassingen.
B. Controleer de terugslagklep.
4
Motor draait maar levert geen
A. Pomp of tank is geblokkeerd
-
geblokkeerd is.
5
is langzaam.
C. Hydraulica of versnijder geblokkeerd.
6
Ratelend geluid in de
opvoerinstallatie, maar
7 Stank vanuit de tank.
To Next Page
Loading...
