101
NEDERLANDS
PROBLEMEN OPLOSSEN
Probleem Mogelijke oorzaak Stappen voor het oplossen van problemen
Motor loopt niet. Schakelaar staat niet in de stand Aan (I). Controleer dat de driestanden-schakelaar in de stand Aan (I) staat.
Gering vermogen accu/slechte aansluiting
van accu.
Controleer dat de accu volledig opgeladen en stevig op z'n plaats zit.
De tank zit vol vloeistof en het sensorcircuit
heeft zichzelf ingeschakeld.
1. Draai de driestanden-schakelaar naar de stand Uit (0) en neem de
accu uit.
2. Maak de tank leeg.
Het systeem voor
stofafzuiging stopt.
De thermische overbelastingsbeveiliging
is ingeschakeld.
1. Schakel de stofzuiger uit en neem de accu uit.
2. Maak de tank leeg, als dat nodig is.
3. Laat de stofzuiger afkoelen.
4. Plaats de accu weer en test het systeem door de driestanden-schakelaar
in de stand Aan (I) te drukken.
5. Neem contact op met het
-servicecentrum, als de stofzuiger
niet start.
De tank zit vol vloeistof en het sensorcircuit
heeft zichzelf ingeschakeld.
1. Draai de driestanden-schakelaar naar de stand Uit (0) en neem de
accu uit.
2. Maak de tank leeg.
De accu is leeg. Plaats een volledig opgeladen accu.
De accu is niet goed Ingezet. Neem de accu uit en plaats deze weer.
Tijdens gebruik komt er stof uit
de unit.
De filters zijn niet goed geplaatst. Neem de filters uit en plaats ze weer volgens de juiste procedure.
Filters zijn beschadigd/gescheurd. Vervang de filters.
Filterpakkingen zijn beschadigd. Neem contact op met het
-servicecentrum.
Kop niet goed op de tank geplaatst. Verwijder de kop en plaats deze weer, let erop dat de vergrendelingen
goed vastzitten.
Pakking van kop beschadigd. Neem contact op met het
-servicecentrum.
Systeem voor stofafzuiging neemt
geen stof meer op.
Filters zijn verstopt. Neem de filters uit, klop ze schoon en plaats ze weer.
Filters hebben het einde van hun levensduur
bereikt.
Vervang ze door nieuwe filters.
De automatische filterreiniging werkt niet meer. Als u niet iedere 20 seconden het filterreinigingssysteem hoort, neem dan
contact op met het
-servicecentrum.
De tank is vol. Schakel de unit uit en maak de tank leeg.
De slang is verstopt. Inspecteer en reinig de slang als u een verstopping ontdekt.
Slang is niet volledig op de tank aangesloten. Plaats de slang weer en let erop dat de slangvergrendeling goed
is bevestigd.
De slang is beschadigd. Inspecteer de slang op gaten en scheuren. Vervang de slang als u
beschadigingen ontdekt.