81
NEDERLANDS
Schroevendraaierbediening(Afb.D)
1. Selecteer het gewenste snelheid/momentwaardebereik met
de duale bereikversnellingskiezer om overeen te komen met
de snelheid en momentwaarde van de geplandetoepassing.
2. Zet de aanpassingskraag
10
van de momentwaarde
in de gewenste positie. Lagere nummers geven lagere
momentwaarde‑instellingen aan; hogere nummers geven
hogere momentwaarde‑instellingenaan.
3. Plaats het gewenste bevestigingsaccessoire in de
boorhouder zoals u met ieder boortje zoudoen.
4. Voer enkele testruns op een proefstukje uit of in gebieden
die niet zichtbaar zijn om de juiste positie van de
koppelingskraag vast testellen.
5. Begin altijd met een lagere momentwaarde‑instelling, ga
vervolgens naar een hogere momentwaarde‑instelling om
schade aan het werkstuk of de bevestiging tevoorkomen.
Juiste positie van de handen (Afb.C)
WAARSCHUWING: Om het risico op ernstig persoonlijk
letsel te verminderen, dient u ALTIJD de handen in de
juiste positie te hebben, zoalsafgebeeld.
WAARSCHUWING: Om het risico op ernstig persoonlijk
letsel te verminderen, houdt u het ALTIJD stevig vast,
anticiperend op een plotselingreactie.
De juiste positie van de handen is wanneer de ene hand zich
bovenaan de boor bevindt zoals afgebeeld, terwijl de andere hand
de hoofdgreep
9
vasthoudt.
BEDIENING
Instructies voor gebruik
WAARSCHUWING: Houd u altijd aan de
veiligheidsinstructies en van toepassing
zijndevoorschriften.
WAARSCHUWING: Om het gevaar op ernstig
persoonlijk letsel te verminderen, zet u het
gereedschap uit en ontkoppelt u de accu, voordat
u enige aanpassing maakt of hulpstukken of
accessoires verwijdert/installeert. Het onbedoeld
opstarten kan letselveroorzaken.
3. Zet het accessoire ongeveer 19mm in de boorkop. Zet
stevig vast door de boorkop met één hand naar rechts te
draaien terwijl u het gereedschap met de andere hand
vasthoudt. Blijf de kraag van de boorkop draaien totdat u
een aantal ratelende klikken hoort, zodat gegarandeerd is
dat het accessoire maximaalvastzit.
OPMERKING: Zorg ervoor dat u de boorhouder met één
hand op de huls van de boorhouder vastmaakt, en met één
hand het gereedschap vasthoudt voor maximalestevigheid.
U kunt het accessoire losmaken door stap 1en 2die hierboven
worden vermeld, teherhalen.
Sleutelloze enkelvoudige huls boorhouder
(Afb.G–I)
WAARSCHUWING: Probeer niet om boren (of andere
accessoires) vast te draaien door de voorkant van de
boorhouder vast te pakken en het gereedschap te
draaien. Dit kan schade aan de boorhouder en persoonlijk
letsel veroorzaken. Zet de trekkerschakelaar altijd uit
en sluit het gereedschap van de stroombron af voordat
u accessoiresverwisselt. Vergrendel altijd de aan/
uit‑schakelaar en neem de accu uit het gereedschap
wanneer u accessoireswisselt.
WAARSCHUWING: Zorg er altijd voor dat het boorstuk
stevig vast zit voordat u het gereedschap opstart. Een
los boorstuk kan uit het gereedschap schieten en op die
manier mogelijk persoonlijk letselveroorzaken.
Uw gereedschap is voorzien van een sleutelloze boorhouder
6
met een roterende huls
7
voor bediening met één hand van
de boorhouder. Om een boorstuik of een ander accessoire te
plaatsen, volgt u de onderstaande stappenop.
1. Zet het gereedschap uit en sluit het af van destroombron.
2. Pak de zwarte huls van de boorhouder met één hand vast
en gebruik uw andere hand om het gereedschap. Draai de
huls tegen de klok in (gezien vanaf de voorzijde), net zover
totdat het gewenste accessoire erinpast.
Werklicht (Afb.A)
Er bevindt zich een werklicht
boven de Aan/Uit‑schakelaar
1
.
Het werklicht wordt ingeschakeld wanneer u de aan/
uit‑schakelaar indrukt. Wanneer de Aan/Uit‑schakelaar wordt
vrijgegeven, blijft het werklicht tot 20secondenbranden.
OPMERKING: De werklichten zijn bedoeld voor het verlichten
van het directe werkoppervlak en zijn niet bedoeld om te
worden gebruikt zoals u een zaklantaarngebruikt.
Dubbele versnelling (Afb.A)
Met de dubbele versnelling van uw boormachine/
schroefmachine kunt een andere versnelling kiezen en dat levert
meer toepassingsmogelijkhedenop.
1. Zet het gereedschap uit en laat het tot stilstand komen
als u snelheid 1(een hoog koppel) wilt kiezen. Schuif de
versnellingswissel
4
naar voren (naar de boorkoptoe).
2. Zet het gereedschap uit en laat het tot stilstand komen
als u snelheid 2(een laag koppel) wilt kiezen. Schuif de
versnellingswissel naar achteren (weg van deboorkop).
OPMERKING: Wissel geen versnellingen wanneer het
gereedschap draait. Laat de boor altijd tot stilstand komen
voordat u de versnelling wisselt. Als het wisselen van versnelling
niet gemakkelijk verloopt, is het belangrijk dat u controleert dat
de versnellingswissel geheel naar voren of geheel naar achteren
isgeduwd.
bevestigingsmateriaal dat kan worden geschroefd. Draai, als u
één van de getallen wilt selecteren, de kraag tot het getal van
uw keuze tegenover de pijlstaat.