80
NEDERLANDS
Elektrische veiligheid
De elektrische motor is slechts voor één voltage ontworpen. 
Controleer altijd of het voltage van de accu overeenkomt 
met het voltage op het typeplaatje. Zorg er ook voor dat 
het voltage van uw oplader overeenkomt met dat van 
uwstroomvoorziening.
Uw 
 oplader is dubbel geïsoleerd in 
overeenstemming met EN60335; daarom is geen 
aardingnodig.
Als het stroomsnoer is beschadigd, moet het worden vervangen 
door een speciaal geprepareerd snoer dat leverbaar is via het 
servicecentrum.
Een verlengsnoer gebruiken
U dient geen verlengsnoer te gebruiken, tenzij dit absoluut 
noodzakelijk is. Gebruik een goedgekeurd verlengsnoer 
dat geschikt is voor de stroominvoer van uw oplader (zie 
Technische gegevens). De minimale geleidergrootte is 1mm
2
; 
de maximale lengte is 30m.
Als u een haspel gebruikt, dient u het snoer altijd volledig af 
terollen.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
Laders
 laders hoeven niet te worden afgesteld en zijn zo 
ontworpen dat zij zeer gemakkelijk in het gebruikzijn.
Belangrijke veiligheidsinstructies voor alle 
acculaders
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES: Deze handleiding bevat 
belangrijke instructies voor de veiligheid en voor de bediening 
van geschikte batterijladers (raadpleeg TechnischeGegevens).
•  Lees voordat u de lader gebruikt, alle instructies en 
aanwijzingen voor de veiligheid op de lader, de accu en het 
product dat de accugebruikt.
 
WAARSCHUWING: Gevaar voor elektrische schok. Laat 
geen vloeistof in de lader dringen. Dit zou kunnen leiden 
tot een elektrischeschok.
 
WAARSCHUWING: Wij adviseren een aardlekschakelaar 
met een reststroomwaarde van 30mA of minder 
tegebruiken.
 
VOORZICHTIG: Gevaar voor brandwonden. Beperk 
het risico van letsel, laad alleen oplaadbare accu’s op 
van het merk 
. Andere typen accu’s zouden uit 
elkaar kunnen springen en persoonlijk letsel en schade 
kunnenveroorzaken.
 
VOORZICHTIG: Houd toezicht op kinderen zodat zij niet 
met het apparaat kunnenspelen.
OPMERKING: Onder bepaalde omstandigheden, wanneer 
de stekker van de lader in het stopcontact zit, kunnen de 
niet-afgedekte laadcontacten binnenin de lader door 
materiaal of een voorwerp worden kortgesloten. Bepaalde 
materialen die geleidend zijn, zoals, maar niet uitsluitend, 
staalwol, aluminiumfolie of een opeenhoping van 
metaalachtige deeltjes, kunnen beter bij de holtes van de 
lader worden weggehouden. Trek altijd de stekker uit het 
stopcontact wanneer er geen accu in de lader zit. Trek de 
stekker van de lader uit het stopcontact voordat u de lader 
gaatreinigen.
•  Probeer NIET de accu op te laden met andere laders dan 
die in deze handleiding worden beschreven. De lader en 
de accu zijn speciaal voor elkaarontworpen.
•  Deze laders zijn niet bedoeld voor een andere 
toepassing dan het opladen van oplaadbare accu’s van 
. Andere toepassingen kunnen leiden tot het gevaar 
van brand, elektrische schok ofelektrocutie.
•  Stel de lader niet bloot aan regen ofsneeuw.
•  U kunt beter niet aan het snoer trekken wanneer u de 
stekker van de lader uit het stopcontact trekt. Er is dan 
minder risico op beschadiging van het snoer en van destekker.
•  Het is belangrijk dat u het snoer zo plaatst dat niemand 
erop kan stappen of erover kan struikelen, en het snoer 
niet op een andere manier kan beschadigen of onder 
spanning kan komen testaan.
•  Gebruik alleen een verlengsnoer als het er werkelijk 
niet anders kan. Gebruik van een ongeschikt verlengsnoer 
kan het risico van brand, elektrische schok of elektrocutie tot 
gevolghebben.
•  Plaats niet iets boven op een lader en plaats de lader 
niet op een zacht oppervlak omdat hierdoor de 
ventilatiesleuven kunnen worden geblokkeerd en de 
lader binnenin veel te heet wordt. Plaats de lader niet in de 
buurt van een warmtebron. De lader wordt geventileerd door 
sleuven boven en onder in debehuizing.
•  Gebruik de lader niet met een beschadigd snoer of een 
beschadigde stekker—laat deze onmiddellijkvervangen.
•  Gebruik de lader niet als er hard op is geslagen, als de 
lader is gevallen of op een andere manier beschadigd is. 
Breng de lader naar een erkendservicecentrum.
•  Haal de lader niet uit elkaar; breng de lader naar een 
erkend servicecentrum wanneer service of reparatie 
nodig is. Onjuiste montage kan leiden tot het risico van een 
elektrische schok, elektrocutie ofbrand.
•  Als het netsnoer is beschadigd, moet het onmiddellijk worden 
vervangen door de fabrikant, een servicemonteur van de 
fabrikant of een dergelijk vakbekwaam persoon, zodat risico 
isuitgesloten.
•  Trek de stekker van de lader uit het stopcontact voordat 
u de lader gaat schoonmaken. Er is dan minder risico 
van een elektrische schok. Het risico is niet minder wanneer 
u de accuverwijderd.
•  Probeer NOOIT 2 laders op elkaar aan tesluiten.
•  De lader is ontworpen voor de 230V stroomvoorziening 
van een woning. Probeer de lader niet te gebruiken op 
een andere spanning. Dit geldt niet voor de 12V-lader.
Een accu opladen (Afb. [Fig.] B)
1.  Steek de lader in een geschikt stopcontact voordat u de 
accuinsteekt.
2.  Plaats de accu
24
 in de lader, en let er daarbij op dat de 
accu geheel in de lader komt te zitten. Het rode lampje