HANDLEIDING VOOR AFWASMACHINES
5
NL
HET IS BOVENDIEN BELANGRIJK TE WETEN DAT:
1. Schakel nooit een afwasprogramma in, zonder de overloopbeveiliging in de spoelruimte.
2. Denk eraan de machine uit de zetten, voordat u de spoelruimte leegpompt.
3. Kom nooit met magnetische voorwerpen in de buurt van de machine, die ook met open deur zou kunnen gaan
lopen
4. Gebruik de bovenkant van de machine niet als vlak om voorwerpen op te zetten.
5. De monteur moet de goede werking van de aarding controleren.
6. Na het proefdraaien moet de monteur een schriftelijke verklaring afleggen betreffende de juiste installatie en test
volgens de voorschriften en de regelen der kunst.
3.1 Standaard- stap voorwaarde
Ambient Temperatuur : 40°Cmax 4°Cmin ( schade 30°C)
Stand : voor 2000 tiendelig
Verwant vochtig : max 30% ter max 90% ter 20°C
Vervoer en Opslag in entrepot : tussen -10°C en 55°C van vrede voor 70°C ( max 24 h)
Hfdst 4 GEBRUIK VAN DE MACHINE
4.1 Legenda en symbolen
Met verwijzing naar
Fig.1 :
2 STARTKNOP AFVOERPOMP (*)
(*) Alleen bij de uitvoeringen voorzien van afvoerpomp.
Controlelampje uit Knipperend controlelampje Controlelampje brandt