Afbeelding 2. Achterkant van FloBoss 104
(met klemmenbord)
Door een correcte aarding van de FloBoss 104 wordt het
effect van elektrische ruis gereduceerd en wordt het
apparaat beschermd tegen blikseminslag. De FloBoss
beschikt over bescherming tegen blikseminslag voor
geïntegreerde veldbedradingsingangen en -uitgangen.
Installeer een overspanningsbeveiliger op de serviceafsluiter
op systemen met gelijkspanningsvoeding om de
geïnstalleerde apparatuur te beschermen tegen
blikseminslag en spanningsschommelingen. U kunt ook
overwegen een telefoonoverspanningsbeveiliging te
installeren voor de optionele kaart voor
inbelmodemcommunicatie.
Alle aardverbindingen moeten maximaal een staaf- of
roosterimpedantie van 25 ohm hebben, zoals gemeten met
een aardtester. De aardingsgeleider mag een maximale
weerstand hebben van 1 ohm tussen het aardpunt op de
FloBoss-behuizing en de aardingsstaaf of -rooster.
Als de impedantie tussen de leiding en het massapunt
groter is dan 2 ohm, moet de FloBoss elektrisch geïsoleerd
worden en moet er een aardingsstaaf of
aardingsroostersysteem worden geïnstalleerd.
Voor de I/O-signaalbedrading wordt een geïsoleerde,
afgeschermde, getwiste, tweeaderige kabel aanbevolen.
De getwiste twee aders en de afscherming beperken door
elektromagnetische storingen, radiofrequentiestoringen
en overgangsstromen veroorzaakte foutsignalen tot een
minimum.
5. De FloBoss moet worden aangesloten op de stroom,
de I/O-instrumenten en de communicatieapparatuur. Alle
externe aansluitingen, of veldklemmen, bevinden zich op
het klemmenbord. Op het klemmenbord kan bekabeling
tot maximaal 1,29 mm (16 AWG) worden gebruikt.
De connectors op het klemmenbord van de FloBoss zijn
drukklemmen. De klem voor de ingangsspanning (CHG+ /
CHG–) heeft een verwijderbare connector en hiervoor kan
bekabeling tot maximaal 1,29 mm (16 AWG) worden
gebruikt. In alle gevallen moeten de aansluitingen als volgt
worden gemaakt: strip het uiteinde van de ader (max. 6
mm), steek het gestripte uiteinde van de ader in onder het
klemplaatje onder de aansluitschroef en draai dan de schroef
aan tot 0,25 Nm.
De toegang tot de bedradingsaansluitingen wordt via de
veldbedradingsingangen verkregen. De meegeleverde
metalen blindstoppen moeten op hun plaats blijven zitten in
ongebruikte bedradingsingangen om de drukvastheid van de
behuizing te handhaven. Als deze stoppen om enige reden
worden vervangen, mogen er uitsluitend gecertificeerde
pluggen of draadadapters worden gebruikt die voldoen aan
de productnormen of deze overschrijden.
GEVAAR
De verbindingsschroeven niet te strak aandraaien.
OPMERKINGEN: Controleer of de polen correct zijn
aangesloten vóór de stroom wordt
ingeschakeld.
Er dient zo min mogelijk ongeïsoleerde ader vrijgelaten te
worden om kortsluiting te voorkomen. Laat de draden bij
de aansluitingen iets langer om trekbelasting te
voorkomen.
De FloBoss 104 accepteert ingangsvoltages van
8,0 volt tot 28 volt op de laadklemmen (CHG+ / CHG-)
zonder externe stroombeperking (de interne
stroombeperking is 200 mA).
De aansluitklemmen zijn voorzien van het opschrift CHG+
voor een positieve elektrische aansluiting en CHG- voor een
negatieve elektrische aansluiting op een label op het paneel
met de aansluitklemmen. Zie Afbeelding 3.