4
Laden
Algemeen
Dynamo testen Het apparaat controleert bij draaiende motor met welke spanning de dynamo de accu
laadt.
10. Dynamo-test actief. Laat de motor ca. 30 seconden met 1500-2000 omw/min
draaien.
11. Het apparaat geeft het resultaat van de dynamo-test weer.
Dynamospanning
in orde.
Dynamospanning
in orde. Mogelijke
problemen bij
korte ritten resp. in
de winter.
Dynamospanning
te laag. Dynamo in
de werkplaats
laten controleren.
Dynamospanning
te hoog. Dynamo
in de werkplaats
laten controleren.
WAARSCHUWING! Explosiegevaar door kortsluiting en vonken. Voor het
herstellen of loskoppelen van de verbinding met de accu, laadapparaat van het
stroomnet loskoppelen. Let tijdens het laden op een goede elektrische verbin-
ding van de accuklemmen met de accupolen.
Accu laden Ga, om de laadprocedure te starten, als volgt te werk:
1. Motor afzetten, contact afzetten, alle stroomverbruikers uitschakelen.
2. Keuzeschakelaar in de juiste stand zetten.
3. Verbinding met accu herstellen.
4. Apparaat geeft de rustspanning van de accu weer.
5. Apparaat op het stroomnet aansluiten.
6. Apparaat begint te laden.
7. Apparaat geeft de actuele ladingstoestand met behulp van balken weer.
Onderhoudsla-
ding
0% 20% 50% 80% 100%
Zodra de accu volledig is geladen schakelt het apparaat automatisch over op onder-
houdslading. Het symbool voor een volledig geladen accu (vier balken) wordt continu
weergegeven.
VOORZICHTIG! Gevaar van materiële schade bij het laden van een defecte
accu. Stel voor het begin van het laden vast, of de te laden accu goed functio-
neert.
12. Maak om het testen te beëindigen de verbinding met de accu los resp. sluit het
apparaat op het stroomnet aan om met het laden te beginnen.
(alleen bij apparaatty-
pen voor gebruik in
auto’s)
To Next Page
Loading...
