Nederlands (NL)
150
5. De pomp schakelt
niet uit.
a) De pomp kan niet de noodzake-
lijke persdruk leveren.
Vervang de pomp.
b) Een PM-unit met te hoge inscha-
keldruk staat opgesteld.
Kies een PM-unit met een lagere inscha-
keldruk.
c) De PM-unit is defect. Repareer of vervang de PM-unit.
d) De terugslagklep zit vast in open
positie.
Reinig of vervang de terugslagklep.
6. Het rode "Alarm"
signaallampje
brandt continu.
a) Drooglopen. De pomp heeft water
nodig.
Controleer de leidingen.
b) De voedingspanning naar de
pomp is uitgeschakeld na de
PM-unit.
Controleer de stekker en kabelaansluitin-
gen, en controleer of de ingebouwde
stroomonderbreker is uitgeschakeld.
c) De motorbeveiliging van de pomp
heeft de motor uitgeschakeld als
gevolg van overbelasting.
Controleer of de motor/pomp verstopt is.
d) De pomp is defect. Herstel of vervang de pomp.
e) De PM-unit is defect. Repareer of vervang de PM-unit.
7. Het rode "Alarm"
signaallampje knip-
pert.
a) Pendelen. Na gebruik is er een
kraan niet geheel dichtgedraaid. Controleer of alle kranen dichtzitten.
8. De pompcapaciteit
is instabiel.
a) Zuigdruk van de pomp is te laag. Controleer de voordruk van de pomp.
b) De zuigleiding is verstopt door
verontreinigingen.
Verwijder en reinig de zuigleiding.
c) Lekkage in de aanzuigleiding. Verwijder en repareer de zuigleiding.
d) Lucht in aanzuigleiding of pomp. Ontlucht de zuigleiding of de pomp.
Controleer de voordruk van de pomp.
9. De pomp draait
achteruit na te zijn
uitgeschakeld .
a) Lekkage in de aanzuigleiding. Verwijder en repareer de zuigleiding.
b) De voet- of terugslagklep is
defect.
Verwijder en reinig, repareer of vervang
de klep.
c) De voetklep zit vast in compleet of
gedeeltelijk geopende positie.
Verwijder en reinig, repareer of vervang
de klep.
Alleen zelfaanzuigende pompen:
10. De pompcapaciteit
is instabiel en de
pomp maakt veel
lawaai.
a) Het drukverschil in de pomp is te
laag. Sluit het tappunt geleidelijk tot de pers-
druk stabiel is en het geluid stopt.
11. Bij een poging de
pomp op te starten,
start de pomp wel,
maar komt er geen
druk of debiet.
a) De vloeistofkolom boven de terug-
slagklep in de persleiding voor-
komt dat de pomp zelf aanzuigt.
Maak de persleiding leeg. Zorg ervoor dat
de terugslagklep de vloeistof in de perslei-
ding niet tegenhoudt. Herhaal de opstart-
procedure.
b) De zuigleiding zuigt lucht naar
binnen.
Zorg ervoor dat de zuigleiding luchtdicht
is vanaf de pomp tot aan het vloeistofni-
veau. Herhaal de opstartprocedure.
12. De pomp draait,
maar levert niet het
nominale debiet.
a) De interne klep sluit niet goed. Sluit de kraan geleidelijk totdat de druk of
het debiet plotseling toeneemt. Open
daarna het tappunt geleidelijk tot het ver-
eiste debiet is bereikt.
Storing Oorzaak Oplossing
To Next Page
Loading...
Need help?
General
