Nederlands (NL)
431
Afb. 19 Niet vastgedraaide schroef in de buitenste ring
Afb. 20 Afdichten van de belangrijkste instroomopening
3. Bereid de optionele instroomopeningen voor door de
gewenste opening uit te zagen.
Gebruik gatenzagen ∅150 voor DN 150, ∅100 voor DN 100
en ∅43 voor DN 50 instroomopeningen. De snijlijn moet ver-
zonken zijn. De openingen moeten ontbraamd worden om
scherpe zaagranden te vermijden. De verbindingen zijn voor-
zien van moffen.
4. Bereid de aansluiting voor een membraanpomp voor (optie).
Gebruik gatenzaag ∅43 voor DN 50 mofverbinding. De ope-
ning moet ontbraamd worden om scherpe zaagranden te ver-
mijden.
Afb. 21 Zagen of boren van optionele aansluitopeningen
5. Sluit de instroomleiding op de tank aan.
Plaats een afsluitklep tussen de instroomleiding en de opvoer-
installatie om instroming tijdens onderhoud en service te ver-
mijden. We adviseren een handzame PVC afsluitklep.
Afb. 22 Installatie van de afsluitklep
TM05 0336 1011
De Multilift MD opvoerinstallaties worden gele-
verd met losjes aangedraaide schroeven in de
buitenste ring van de draaibare schijfvormige
instroomopening. Zie afb. 19. Controleer alle
schroeven en draai deze vast met een max. aan-
draaimoment van 9 Nm voordat de instroomlei-
ding wordt aangekoppeld.
Als de belangrijkste instroomopening niet wordt
gebruikt, dan kan deze eenvoudig worden afge-
dicht met een standaard DN 100 leidingstop,
vastgedraaid met drie schroeven en sluitringen.
Zie afb. 20.
Alleen de schroeven en de sluitringen worden
geleverd bij de opvoerinstallatie. De leidingstop
moet los worden gekocht.
TM05 0329 1011 - TM05 0352 1011
TM05 1242 2511
TM05 1503 2811
Zorg ervoor dat er geen gewicht van de
instroom-, pers- en ontluchtingsleidingen op de
tank rust. Lange leidingen, kleppen etc. moeten
ondersteund worden.
Waarschuwing
Ga nooit op de opvoerinstallatie staan.
DN 50 - ∅43
DN 100 - ∅100
DN 150 - ∅150