8.4 HOEVEELHEID KOELMIDDEL
! LET OP
• Vul geen ZUURSTOF, ACETYLEEN of andere brandbare en
giftigegassenindekoudemiddelcyclus,omdatereenexplosiekan
plaatsvinden. Het verdient aanbeveling met zuurstofvrije stikstof
te vullen voor dergelijke tests, tijdens een test op lekkage en/of
luchtdichtheid.Dezegassoortenzijnuiterstgevaarlijk.
• Isoleerzorgvuldigdekoppelingenenare-moerenvandeleidingen.
• Isoleer de vloeistoeidingen volledig om te voorkomen dat de
prestaties afnemen: als u dat niet doet, kan het oppervlak van de
leidingbeslaan.
• Voeghetkoelmiddelopcorrectemaniertoe.Alsuteveelofteweinig
koudemiddelbijvoegt,kandecompressoruitvallen.
• Controleer het systeem zorgvuldig op lekkage. Als er veel
koudemiddellekt,kanditademhalingsproblemenofhetontstaanvan
gevaarlijkegassenveroorzakenalseenvuurindekamerbrandt.
• Als de opgetrompte moer te hard wordt aangedraaid, kan de
opgetromptemoernalangetijdafbrekenenlekkagevankoudemiddel
veroorzaken.
8.5 HOEVEELHEID KOELMIDDELVULLING
Indien de werkelijke leidinglengte langer is dan de opgegeven lengte, moet de extra hoeveelheid koelmiddel worden gebaseerd op
de onderstaande tabel:
Hoeveelheid
koelmiddel
buitenunit (kg)
Ongevulde pijplengte (m) Hoeveelheid extra koelmiddel (P) (g/m)
Max. hoeveelheid
extra koelmiddel
(kg)
1 IU 2 IU 1 IU 2 IU
RAS-2HVNP1 1,6 30 0 30 30 1,5
RAS-2.5HVNP1 1,6 30 0 30 24 1,2
RAS-3HVNC1 1,9 20 20 40 40 1,2
RAS-3HVRNS3
1,9 20
20 40
40
1,2
1 Bereken de extra hoeveelheid koelmiddel aan de hand
van de onderstaande procedure. Vul deze hoeveelheid
vervolgens bij in het systeem.
2 Noteer de extra hoeveelheid koelmiddel voor toekomstige
servicewerkzaamheden.
! LET OP
• Bijhetbijvullenvanhetkoelmiddeldientudehoeveelheidzorgvuldig
tebepalen.
• Alsuteveelofteweinigkoelmiddelbijvult,kunnenerproblemenmet
decompressorontstaan.
• Indiendewerkelijkeleidinglengtekorterdan5mis,contactopnemen
metdedistributeur.
• Voeghetkoelmiddelopcorrectemaniertoe.Alsuteveelofteweinig
koudemiddelbijvoegt,kandecompressoruitvallen.
8.6 DE DRUK METEN VIA DE OVERDRUKKLEP
Bij het meten van de druk gebruikt u de controlekoppeling van
de sluitventiel van de gasleiding en de controlekoppeling van de
vloeistoeiding in de onderstaande afbeelding.
Sluit dan de drukmeter aan. Houd daarbij de onderstaande
tabel aan omdat de hogedrukzijde en de lagedrukzijde per
bedrijfsmodus verschillen.
Koelwerking
Verwarmings-
werking
Controlekoppeling voor
gasstopklep
Lage druk Hoge druk
Controlekoppeling voor
vloeistofstopklep
Uitsluitend voor vacuümpomp
en koelmiddelvulling
? OPMERKING
Zorg ervoor dat tijdens het verwijderen van de bijvulslangen geen
koudemiddelofolieterechtkomtopdeelektrischeonderdelen.
Afsluiter (vloeistof)
Afsluiter
(gas)
De DIP-switch voor de leidinglengte instellen
De instelling voor DSW2 is alleen nodig wanneer de lengte
van de koelmiddelleiding korter is dan 5 m of langer dan 30
m. De instelling van de pijplengte moet volgens onderstaande
voorbeeld worden uitgevoerd.
(De kant in onderstaande tabel toont de DSW-locatie)
DSW2 op buitenunit-PCB1
Fabrieksinstelling Leidinglengte ≤ 5m Leidinglengte ≥ 30m
KOELMIDDELLEIDINGEN & HOEVEELHEID KOELMIDDEL