ONDERHOUD
142
CONTROLE VAN HET MOTOROLIEPEIL
Voor de controle van het oliepeil moet de motor op een gladde
ondergrond staan en uitgeschakeld zijn.
1. Schroef de olieinvulschroef met de meetstok los. Stok
afstropen.
2. Dompel de meetstok in, zonder de olie-invulschroef vast te
schroeven. Controleer het oliepeil met de peilstok.
3. Bij te laag oliepeil: tot aan de rand van de vulpijp met de
geadviseerde olie vullen.
4. Schroef de olieinvulschroef met de meetstok vast.
Het bedrijf van de motor met een te laag oliepeil kan de motor
beschadigen.
VERVANGEN VAN DE MOTOROLIE
Tap de oude olie af, zo lang de motor nog warm is. Warme olie
loopt snel en volledig af.
1. Stel een geschikte bak onder de motor voor het opvangen
van de oude olie. Schroef de olie-invulschroef en de
olieaftapschroef los.
2. Laat de olie geheel af. Vervolgens olieaftapschroef weer
aanbrengen (aantrekken).
Voer de oude olie milieuvriendelijk af. Wij adviseren, de oude
olie in een dicht afgesloten bak naar uw plaatselijke
serviceplaats of tankstation te brengen. Oude olie niet in het
huisvuil gooien, niet in het aardrijk afvoeren of in een afloop
schudden.
3. Zet de motor op een gladde vlakte en vul hem tot aan de rand
van de vulpijp met de geadviseerde olie.
Hoeveelheid motorolie: 0,6 l
Het bedrijf van de motor met een te laag oliepeil kan de motor
beschadigen.
4. Schroef de olieinvulschroef met de meetstok vast.
OLIE-INVULSCHROEF / OLIEPEILSTOK
BOVENGRENS
ONDERGRENS
OLIE-INVULSCHROEF /
OLIEPEILSTOK
OLIEAFTAPSCHROEF
OLIEPEIL
To Next Page
Loading...
Need help?
General
