QUICKGUIDE
FLEX 3000C/FLEX 3000 DUO
Opstarten van uw Flex 3000
Controleer of de machine correct aangesloten
is op 3 x 400 V en zet de machine aan.
Voer de MigaCARD in de kaartlezer in en wacht
tot de pr
ogramma’s ingelezen zijn. Aangezien
de machine nadat deze aan/uitgezet is altijd de
standaard Migatronic instellingen onthoudt kunt
u de niet overschrijfbare kaart uit de kaartlezer
verwijderen.
Een overschrijfbar
e kaart kan gebruikt worden
om uw eigen gemaakte instellingen te copiëren.
Druk knop 2 in en kies het gewenste lasprogram-
ma door middel van de linker besturingsknop.
Wanneer u een programma gekozen hebt, druk
dan knop 2 opnieuw in. De machine is nu ge-
reed voor gebruik
Kies
(boven of onder) draadaanvoerunit van de
Flex DUO door middel van de keuzeschakelaar
onder de AAN/UIT schakelaar op de voorkant
van de machine.
Wanneer u wisselt tussen het onderste of bo-
venste draadaanvoersysteem kies een nieuw
pr
ogramma. Zie de punten 2 en 3.
Knoppen:
Gebruik de twee draaiknoppen (ieder bestuurt
een helft van het display) voor het aanpassen
van de specifieke parameters en waar
des.
1. Tonen van: draadsnelheid (m./min.), dikte
van het materiaal (in mm hoeklas), of
het amperage (A)
2.
Programma: het menu is actief wanneer
het icoon in het display knippert. Nu
is het mogelijk om nieuwe programma’s
te kiezen. Door opnieuw de knop in de
drukken accepteert u uw
nieuwe keuze.
3.
Primair display: drukknop om het
primair display te tonen (A/V). Dit display
kan ten allen tijde opgeroepen worden en
vervangt eventuele andere displays.
4.
Secundaire parameter display: het in-
drukken van deze knop geeft de moge-
lijkheid om de secundaire parameters te
tonen, zoals gasvoorstroom, softstart,
hotstart %, hotstarttijd, downslope, eind-
stroom, terugbrand, gasnastroom en punt-
lastijd.
5.
Pistoolschakelaar instelling: wanneer het
LED oplicht = 4-takt. Wanneer LED niet
brandt = 2-takt.
6.
Toortsregeling: als het LED brandt =
afstellen van de lasstroom door middel van
de Migatronic dialoog toorts of voor het
afstellen van diverse parameters met de
MIG manager
®
toorts (beide toortsen zijn
een optie). Wanneer het LED uit is =
interne regeling.
7. Puls: wanneer dit LED brandt, is in het
gekozen programma synergisch pulslassen
actief. Wanneer het LED uit is = synergisch
lassen zonder puls.
5
13
12
1
2
3
6
7 8
10
9
11
8. Quattro: wanneer dit LED brandt, is de
Quattro functie actief. Als het LED uit is
= Quattro niet actief. De Quattro functie
kan gebruikt worden in programma’s met
of zonder puls.
Wanneer het Quattro LED brandt en de
knop 4 tweemaal ingedrukt wordt zal het
speciale Quattro menu opgeroepen worden.
9. Statistieken: om de statistieken van de
laatste lasklus te tonen (bijv. A/V, lastijd
enz.) druk de knop in.
10.
MigaCard
®
: om de specifieke details van de
MigaCard
®
te tonen druk deze knop in.
11. Hechtlasfunctie: om de individuele instel-
ling van het hechtlassen te tonen druk deze
knop in.
12. Sequentielassen: druk deze knop in
om
het aantal gekozen sequenties te tonen.
Sequenties worden gebruikt om tussen uw
eigen parameters te kunnen schakelen.
13. T
onen van: spanning (V), fijnregeling boog-
spanning (V +/-), arc adjust ( elektronische
smoorspoel/boogkarakteristiek -5- +5), of
de gasflow (optie).
4
Dit is een quickguide voor de meest gebruikte
functies van de Flex 3000 serie. Indien u meer
informatie wenst verwijzen wij u naar de
gebruikershandleiding.
De Flex 3000C/Flex 3000 DUO kan bediend
worden vanaf:
A) Het primaire besturingspaneel op het
voorfront
B) Het binnenpaneel bij de kaartlezer
C)
De afstandsbediening vanaf de toorts (optie)