85
Softstart:
Softstart verbetert de startkarakteristiek. Hiermee
wordt de snelheid waarmee de draad moet starten ingesteld.
De snelheid wordt ingesteld tussen 1,5-15,0 m/min. De soft-
startfunctie is uitgeschakeld wanneer - - - getoond wordt.
Hotstarttijd:
Hotstart is een functie die helpt de juiste temperatuur
van het smeltbad bij het begin van de las te creëren.
Hotstarttijd is de tijd waarin lassen in hotstart actief is. De tijd
kan ingesteld worden tussen 0 en 10 seconden.
Downslope:
De downslopetijd is ingesteld. Door de toorts-
schakelaar te activeren begint de downslope waardoor de
krater wordt gevuld. De stroom neemt af vanaf de ingestelde
stroom tot de eindstroom.
In 4-takt kan het lassen na de downslope worden voortgezet
door de toortsschakelaar continue in te drukken. De down-
slopetijd is in te stellen tussen de 0 en 10 sec.
Terugbrand:
De terugbrandfunctie voorkomt dat de lasdraad aan
het einde van de las aan het werkstuk blijft plakken. De
terugbrandtijd kan worden ingesteld tussen de 1 en 30 sec.
Gasnastroomtijd:
De gasnastroomtijd zorgt voor de bescherming van
het smeltbad na het lassen en koelt de toorts. De gasnas-
troomtijd is de tijd van het doven van de boog tot de gas-
stroom gestopt is. De tijd kan ingesteld worden tussen 0,0
en 10,0 sec.
DUO Plus
TM
Rendement:
Wanneer DUO Plus
TM
actief is (de indicator is
ingeschakeld), is het mogelijk om het rendement van de
DUO Plus
TM
functie in te stellen. Het rendement kan
ingesteld worden van 0 tot 50 %.
Gasregeling
Het afstellen van de gasstroom is mogelijk als de gas-
regeling IGC (Intelligent Gas Control) is gemonteerd. De
gasstroom is variabel tussen 0,5 - 27 l/min. De fout wordt
afgesloten door de gasstroom handmatig af te stellen op
27 l/min.
Druk op het viertaktsymbool om te wisselen tussen
synergische en handmatige gasafstelling.
Als synergische gasafstelling wordt geselecteerd, wordt de
totale gasstroom in het linker en de procentuele afstelling in
het rechter display weergegeven. De gasstroom is instelbaar
tot ±50%.
Als de handmatige gasstroom wordt geselecteerd, wordt de
totale gasstroom in het rechter display getoond. De gas-
stroom is variabel tussen 0,5 -27 l/min.
In- en uitschakelen van de waterkoeling
De waterkoelfunctie beschermd de watergekoelde
toorts. De waterkoeling wordt automatisch geactiveerd
wanneer het lassen gestart is en stopt automatisch
5 minuten nadat het lassen gestopt is. De waterkoeling blijft
tot 5 seconden na het wijzigen van het lasprogramma
geactiveerd. Om de koeling te activeren/deactiveren moet
het viertaktsymbool
worden ingedrukt en moet aan de
besturingsknop voor secundaire parameters worden
gedraaid.
0 =
Waterkoeling uitgeschakeld
1 =
Waterkoeling ingeschakeld
Afstandsbediening
Kies tussen interne en externe afstelling.
0 = intern
1 = toortsregeling
2 = afstandsbediening
Afstellen van secondaire parameters MMA
Druk de besturingsknop net zolang in totdat de
gewenste parameter getoond wordt. Om terug
te gaan naar het standaard display moet de
drukknop voor booglengte of stroom/ draad-
snelheid/materiaaldikte kort ingedrukt worden.
Arc-power (MMA):
De arcpowerfunctie wordt gebruikt om de lasboog
bij het MMA lassen te stabiliseren. Dit kan worden
bereikt door de lasstroom tijdens kortsluitingen te
verhogen. De toegenome lasstroom daalt wanneer deze
kortsluitingen niet meer aanwezig zijn. Arc-power kan
worden ingesteld tussen 0 en 150%.
MMA-hotstart (MMA):
MMA-hotstart helpt bij het vormen van de boog
wanneer er met lassen wordt begonnen. Wanneer de
elektrode het werkmateriaal raakt, neemt de lasstroom
automatisch toe. De toegenomen startstroom wordt
gedurende een vaste tijd aangehouden om vervolgens te
zakken naar de waarde die is ingesteld voor de las-
stroom. De hotstart-waarde is het percentage waarmee
de startstroom wordt opgevoerd ten opzichte van de
ingestelde stroom. Dit kan worden ingesteld tussen 0 en
100% van de ingestelde stroom.
Afstandsbediening
Kies tussen interne en externe afstelling.
0 = intern
1 = toortsregeling
2 = afstandsbediening
De afstandsbediening in MIG en de afstandsbediening in
MMA kunnen onafhankelijk van elkaar worden
geconfigureerd.
In MMA kan een dialoogtoorts worden gebruikt als
afstandsbediening.
De aangepaste parameters worden intern in de machine
opgeslagen wanneer de machine wordt uitgeschakeld.
Tegelijkertijd wordt het nummer van het gebruikte
programma opgeslagen, zodat de machine met dat
programma wordt opgestart.
Lasspanningindicator
De lasspanningsindicator licht op uit veiligheids-
redenen en om aan te geven wanneer er spanning op de
draad of toorts staat.
Indicator voor oververhitting
De indicator voor oververhitting licht op wanneer
het lassen wordt onderbroken door oververhitting van de
machine.