Nr. 1 2 3 4
voor
bus
MIC 2 /
LINE 1
MIC 3 /
LINE 2
MIC 1
MIC 1 en
TELINPUT
Stand
OFF
Microfoon-
niveau
Fantoom-
voeding
UIT
MIC 1 heeft
hoogste prioriteit
Stand
ON
Lijnniveau
Fantoom-
voeding
AAN
TEL INPUT heeft
hoogste prioriteit
2)
Audioapparatuur met lijnniveau-uitgang
(bijv. mp3 / cd-speler, radio) kunnen op vol-
gende bussen worden aangesloten:
Cinch-bussen LINE 3 en LINE 4
Stekkerbussen MIC 2 / LINE 1 en MIC 3 / LINE 2
Monoapparatuur kan direct, stereoappara-
tuur moet via een stereo / mono-adapter (bijv.
SMC-1) worden aangesloten. De DIP-schake-
laars nr.1 en 2 bij de aansluiting in de stand
ON zetten (zie ook tabel).
3) Voor belangrijke (nood-)aankondigingen
kan de aansluiting TEL INPUT worden gebruikt.
Hier kunt u bijvoorbeeld een telefooncentrale
met lijnniveau-uitgang aansluiten.
Opmerking: Zodra op deze ingang een signaal aan-
wezig is, worden alle andere signalen gedempt, ook
als de regelaar TEL op “0” staat. Aankondigingen via
de ingang MIC 1 zijn echter hoorbaar en dempen het
signaal van de ingang TEL INPUT, als de DIP-schake-
laar nr. 4 op OFF staat.
4)
Sluit een FM-antenne aan op de bus FM
ANTENNA. Bij goede ontvangstomstandig-
heden kunt u de bijgeleverde binnenantenne
gebruiken.
3.2 Uitgangen
1)
Luidsprekers: Ofwel sluit u de 100 V- of
70 V-luidsprekers aan op de klemmen “70 V”
of “100 V” en “COM” aan (pagina 2,
afb. 1). De belasting door de luidsprekers mag
niet groter zijn dan het nominale uitgangs-
vermogen van de versterker (
☞
hoofdstuk 1
of “Technische gegevens”), anders wordt de
verbinding met de luidsprekeraansluitingen
door de veiligheidsschakeling onderbroken.
Ofwel sluit u een luidspreker of een luidspre-
kergroep aan op de klemmen “4 Ω”, “8 Ω”of
“16 Ω” en “COM”. Daarbij mag de totale
impedantie van de luidsprekers niet kleiner
zijn dan aangegeven op de gebruikte klem.
De afbeelding 2 op pagina 2 toont verschil-
lende manieren om de minimale impedan-
tie te realiseren. Er zijn nog echter andere
mogelijkheden.
2)
Op de Cinch-bussen OUTPUT 1 en 2 is het
mengsignaal aanwezig, dat ook via de luid-
sprekers hoorbaar is. Het geluidsvolume van
het signaal OUTPUT 1 kan met de regelaar
MASTER worden ingesteld, het geluidsvolume
van het signaal OUTPUT 2 is onafhankelijk
van de regelaar. U kunt bussen bijvoorbeeld
voor andere geluidsversterkers gebruiken,
wanneer er meer luidsprekers nodig zijn dan
de PA-8xxDMP kan bedienen.
3) De uitgang MOH OUTPUT (music on hold) kan
bijvoorbeeld de muziek klaarzetten voor een
wachtrij van een telefooncentrale. Hier is ook
het mengsignaal beschikbaar, maar zonder de
aankondigingen van ingang MIC 1. Het geluids-
volume is afhankelijk van de regelaar MASTER.
3.3 Voedingsspanning
Voor de voedingsspanning verbindt u de bus
“230 V” via de meegeleverde netsnoer met een
stopcontact (230 V/ 50 Hz) ofwel, bij mobiele