toestand te laten werken totdat de afvoerbuis droog is; zo wordt de binnenkant van de behuizing
droog gehouden en wordt schimmelgroei voorkomen.
6.2 TRANSPORT
1. Voor inbedrijfstelling MINIMAAL 12 UUR rechtop en stil laten staan! Dit beschermt de
compressor, verlengt de levensduur aanzienlijk en voorkomt zo verlies van koelcapaciteit.
2. De airconditioner moet altijd UITERST VOORZICHTIG op de vloer worden geplaatst! Anders
kunnen er scheurtjes ontstaan in de bodemplaat en de condensbak, waardoor er
condenswater op de vloer druppelt.
Wij geven geen garantie op schade veroorzaakt door oneigenlijk gebruik!
6.3 PROBLEEMOPLOSSING
Controleer of de stroomaansluiting
correct is uitgevoerd
Steek de stroomkabel op correcte
wijze in het stopcontact.
Brandt de indicator voor de
waterstand?
Maak de drainagebak leeg.
Controleer de temperatuur in de
ruimte
De bedrijfstemperatuur is 5–35 °C
Het apparaat werkt
met beperkt
vermogen
Controleer het luchtfilter op
verontreiniging
Reinig zo nodig het luchtfilter
Controleer het ventilatiekanaal
verstopt is
Controleer of de kamerdeur of het
raam open is
Houd de deur en het raam gesloten
Controleer of de gewenste modus
is geselecteerd en de temperatuur
correct is ingesteld.
Stel de modus en de temperatuur in
op het juiste instelpunt volgens de
handleiding.
Controleer of de uitlaatslang goed
bevestigd is.
Bij bewegen van het systeem kan
water overlopen.
Maak de tank leeg voordat u het
apparaat verplaatst
Controleer dat de afvoerslang niet
geknikt of gebogen is.
Controleer of het toestel juist is
opgesteld
Plaats het toestel op een
horizontaal, stevig oppervlak
Controleer het apparaat op losse,
trillende onderdelen
Onderdelen vastzetten en
bevestigen
De geluiden klinken als stromend
water
Deze geluiden worden veroorzaakt
door het stromende koudemiddel.
Dit is normaal.
Overdrachtsfout tussen hoofd- en
displayprintplaat.
Aansluiting controleren of
vervangen (alleen door
gekwalificeerd personeel)