6
TEMPERATUUR EN VOCHTIGHEID
De temperatuuraanduiding selecteren:
• Select de C° of F° temperatuuraanduiding met een
pen of puntig voorwerp.
Aanduidingen van buitensensor instellen:
• Gebruik om de gewenste sensoraanduiding te
selecteren.
Automatisch naar sensoren zoeken:
• De en MEM (GEHEUGEN) gelijktijdig indrukken
om de gegevens van elke sensor 3 seconden te
tonen.
• Druk op om af te sluiten.
De huidige, minimale en maximale gegevens van
de dag van een geselecteerde sensor weergeven:
• Gebruik MEM (GEHEUGEN).
De gegevens wissen:
• De MEM (GEHEUGEN) toets ingedrukt houden.
VORSTWAARSCHUWING
Als de sensor op Kanaal 1 daalt van 37°F tot
28°F (3°C tot 2°C), knippert de LED-indicator. Het
knipperen stopt wanneer de temperatuur weer buiten
deze zone is.
• Druk gelijktijdig op en om de
vorstwaarschuwing uit te schakelen.
NB
De vorstwaarschuwing is alleen van toepassing
op Kanaal 1. Selecteer Kanaal 2 of 3 op de
buitensensor om te voorkomen dat de LED knippert.
WEER TRENDS
De temperatuur, luchtvochtigheid en luchtdruktrend
pictogrammen zijn gebaseerd op recente
sensormetingen.
STIJGING
STABIEL DALING
MAANSTAND
Selecteer de maanstand-modus en druk op of
om door de jaren (2001 tot 2099) te scannen.
Nieuwe maan Volle maan
Wassende halve
maan
Afnemende maan
Eerste kwartaal Derde kwartaal
Wassende maan Afnemende maan
BAR218HGX-UM-NL-R9.indd 6 2019/2/14 下午4:45