4 Hou kinderen weg!
- Laat geen andere personen het ge-
reedschap of de kabel raken, hou ze weg
van uw werkgebied.
5 Bewaar uw gereedschap veilig
- Niet gebruikt gereedschap moet in een dro-
ge gesloten ruimte en buiten bereik van kin-
deren worden bewaard.
6 Overbelast uw gereedschap niet
- U werkt beter en veiliger in het opgegeven
vermogensgebied.
7 Gebruik het juiste gereedschap
- Gebruik geen te zwakke gereedschappen of
voorzetstukken voor zwaar werk.
- Gebruik gereedschappen niet voor doelein-
den en werkzaamheden waarvoor ze niet
bedoeld zijn; gebruik b.v. geen handcir-
kelzaag om bomen te vellen of takken te
kappen.
8 Draag gepaste werkkledij
- Draag geen wijde kleding of sieraden. Ze
kunnen door bewegende delen worden ge-
grepen.
- Bij het werken in open lucht draagt u best
rubberhandschoenen en slipvast schoeisel.
- Draag bij lang haar een haarbescherming.
9 Gebruik beschermende uitrusting
- Draag een veiligheidsbril
- Gebruik een stofmasker bij stofverwekkende
werkzaamheden.
10 Sluit de stofzuiginrichting aan
- Indien aansluitingen voor het afzuigen van
stof en verzamelinrichtingen aanwezig zijn
overtuig u er zich van dat deze aangesloten
zijn en gebruikt worden.
11 Onttrek de kabel niet aan zijn eigenlijke be-
stemming
- Draag het gereedschap niet aan de kabel en
gebruik de kabel niet om de stekker uit het
stopcontact te trekken. Bescherm de kabel
tegen hitte, olie en scherpe kanten.
12 Beveilig het werkstuk
- Gebruik spaninrichtingen of een bankschro-
ef om het werkstuk vast te houden. Het
wordt zodoende veiliger vastgehouden dan
met uw hand en maakt het mogelijk de ma-
chine met de beide handen te bedienen.
13 Rek u niet uit boven uw standbereik
- Vermijd elke abnormale lichaamshouding.
Zorg voor een veilige stand en bewaar
steeds uw evenwicht.
14 Onderhou uw gereedschappen zorgvuldig
- Hou uw gereedschappen scherp en schoon
om beter en veiliger te werken.
- Neem de onderhoudsvoorschriften en de
instructies voor het verwisselen van ge-
reedschappen in acht.
- Controleer regelmatig de stekker en de ka-
bel en laat deze bij beschadiging door een
erkende vakman vervangen.
- Controleer de verlengkabel regelmatig en
vervang beschadigde kabels.
- Hou handgrepen droog en vrij van olie en
vet.
15 Verwijder de netstekker uit het stopcontact
- Bij niet-gebruik, vóór onderhoudswerkzaam-
heden en vóór het verwisselen van ge-
reedschap zoals b.v. zaagblad, boor en alle
soorten van machinegereedschappen.
- Als het schaafas tijdens de werkzaamheden
door een te grote aanvoerkracht of vast-
klemmen van het werkstuk wordt geblok-
keerd, schakelt u het apparaat uit en kop-
pelt u deze los van het netwerk. Verwijder
het werkstuk en controleer of de schaafas
soepel loopt. Schakel het apparaat in en
voer de stap opnieuw uit met gereduceerde
aanvoerkracht.
16 Laat geen gereedschapssleutels steken
- Controleer of de sleutels en afstelge-
reedschappen verwijderd zijn alvorens de
machine aan te zetten.
17 Vermijd onbedoelde aanloop
- Draag geen op het stroomnet aangesloten
gereedschappen met de vinger op de scha-
kelaar. Vergewis u er zich van dat de scha-
kelaar bij het aansluiten op het stroomnet
uitgeschakeld is.
18 Verlengkabel in open lucht
- Gebruik in open lucht enkel verlengkabels
die ervoor zijn goedgekeurd en overeen-
komstig gekenmerkt.
19 Wees steeds oplettend
- Hou uw werk in het oog. Ga verstandig te
werk. Gebruik het gereedschap niet als u er
niet met uw aandacht bij bent.
20 Controleer uw machine op beschadigingen
- Voordat u de machine verder gebruikt dient
u de veiligheidsinrichtingen of licht be-
schadigde onderdelen zorgvuldig op hun
perfecte en reglementaire werkwijze te con-
troleren.
- Controleer of de bewegelijke onderdelen
naar behoren functioneren en niet klem zit-
ten alsook of onderdelen beschadigd zijn.
Alle onderdelen moeten naar behoren ge-
monteerd zijn om de veiligheid van de ma-
chine te verzekeren.
- Beschadigde veiligheidsinrichtingen en
onderdelen dienen deskundig door een er-
kende vakwerkplaats te worden hersteld of
vervangen tenzij in de handleidingen anders
vermeld.
- Beschadigde schakelaars dienen door een
klantendienst-werkplaats te worden vervan-
gen.
- Gebruik geen gereedschappen waarvan de
schakelaar niet kann worden in- of uitge-
schakeld.
21 Let op!
- Het gebruik van andere inzetgereedschap-
pen of accessoires dan vermeld in de hand-
leiding of in de catalogus kan voor u licha-
melijk gevaar betekenen.
22 Herstellingen alleen door een elektrovakman
- Dit elektrisch gereedschap beantwoordt aan
de desbetreffende veiligheidsbepalingen.