EasyManua.ls Logo

Siemens Matchtec IRM270C - Page 8

Siemens Matchtec IRM270C
8 pages
To Previous Page IconTo Previous Page
To Previous Page IconTo Previous Page
Loading...
008483_a_−−_−− p8
Gebruiksvoorschriften voor IRM270C
De detector reageert op bewegingen van personen:
de passief-infrarooddetector (PIR) detecteert veran-
deringen van de ontvangen infrarood-energie,
het radargedeelte (MW) detecteert bewegingen.
De melder reageert het meest gevoelig op bewegin-
gen die diagonaal op de detectiezone verlopen (rich-
ting pijl fig. 1 en 2).
De melder is ontworpen voor een optimale detectie-
gevoeligheid en een maximale onderdrukking van
vals alarm. Het is desondanks raadzaam om de vol-
gende punten in acht te nemen (fig. 10).
Richt de zones niet op warmte- en koudebronnen
alsmede plaatsen die blootstaan aan een sterke
zonnestraling.
Richt de zones op eenzelfde soort referenties. Zo-
nes die zijn gericht op verwarmingen (incl. vloerver-
warming), kunnen de detectiewaarschijnlijkheid
verminderen.
Is plaatsing boven radiatoren onvermijdelijk, houd
dan een minimale afstand van 1,50m aan!
Montage
De detector is bedoeld voor gebruik in binnenruim-
tes.
De printplaat in de detector mag niet worden ver-
wijderd. Risico van beschadiging!
1. Open de detector (fig. 3).
2. Monteer de detector in interieurs op een verticaal,
stabiel oppervlak.
De hoogte boven de vloer kiest u vlg. fig. 1 of 2.
Hoek- en 45°-montage (rechts/links) zijn zonder ac-
cessoires mogelijk (fig. 4A).
Als de detector hoger dan 3m wordt gemonteerd,
moet hij met een hoek van 2° naar beneden worden
gericht om nog indringers te kunnen detecteren die
onder de detector kruipen en om het bereik te garan-
deren (fig. 4B).
De kabel wordt door één van de twee uitbreekpunten
A naar binnen geleid (fig. 5).
3. Sluit de bekabeling aan vlg. fig. 7.
4. Doorprik t.b.v. de trekontlasting van de aansluitkabel
nok B door (fig. 5) en maak de kabel met een trekstrip
vast.
5. Kies de gewenste instellingen vlg. het hfdst. “Pro-
grammering“.
6. Plaats het deksel weer terug, draai het met de bijge-
leverde schroef vast (fig. 3.).
Afbreekbeveiliging figuur 6
Als de detector met geweld van het montageoppervlak
wordt verwijderd, wordt een sabotagealarm geacti-
veerd.
De bodem van de detector moet met een extra schroef
worden beveiligd.
Besturingsingangen figuur 7
Afstandsbediening van de looptest-indicatie
klem 3
Afstandsbediening van de looptest-indicatie AAN/UIT.
De polariteit van het besturingssignaal wordt gekozen
met DIP-schakelaar 1.
Afstandsbediening scherp/onscherp klem 4
Afstandsbediening van de toestand scherp/onscherp.
De polariteit van het besturingssignaal wordt gekozen
met DIP-schakelaar 4.
Een open besturingsingang is HIGH (interne
pull-up); bij aansturing met actieve HIGH moet een
weerstand type 2k, max. 47k/detector) naar 0V wor-
den geschakeld.
Programmering
Met de schakelaars DIP1 − DIP4 kunnen de volgende
functies worden gekozen.
DIP ON OFF (default) Functie
1
LOW (0V) HIGH (+12V)
Potentiaal voor looptest
Aan op klem 3
2
Zie tabel ”Gevoeligheids- Gevoeligheid van de bewe-
3
Zie
tabel
Gevoeligheids
-
instellingen” PIR
Gevoeligheid
van
de
bewe
-
gingsdetectie PIR
4
LOW (0V) HIGH (+12V)
Potentiaal voor onscherp
op klem 4
5
Zie tabel ”Gevoeligheids- MW−gevoeligheid van de
6
Zie
tabel
Gevoeligheids
-
instellingen” MW
MW
gevoeligheid
van
de
bewegingsdetectie
7
PIR PIR en MW Werking detector indien
systeem ontwapend
8
−− −− Niet gebruikt
Richtlijn voor de instelling PIR
Gebruik in ruimten met een muurlengte van minder
dan 5m de gevoeligheidsinstelling «Hoge waarden»
niet!
PIR Gevoeligheidsinstellingen
DIP2 DIP3 Gevoeligheid /
Bereik
Toepassingen
ON ON
Hoge waarden
18m
Verscherpte detectie-
eisen
OFF OFF
Standaard (default)
18m
Woonkamer, kantoor
ON OFF
Verhoogde stabiliteit
18m
Ruimten met geringe
storende invloeden
OFF ON
Ruwe omgeving
reikwijdte
gereduceerde
Ruimten met aan-
zienlijke storende in-
vloeden
Richtlijn voor de instelling MW
Gebruik in ruimten met een muurlengte van minder
dan 5m de gevoeligheidsinstelling «Hoge waarden»
niet!
MW Gevoeligheidsinstellingen
DIP5 DIP6 Gevoeligheid Bereik (ca.)
ON ON hoog 25m
OFF OFF 18m
ON OFF 12m
OFF ON laag 6m
Detector-systeemfunctie DIP7
In de toestand onscherp is de MW−detectiesysteem uit-
geschakeld, als DIP7 = ON is. In deze toestand werkt
de detector als passif infrarooddetector (PIR).
Werkt de detector met een onscherp/scherp-sturing,
dan bevelen we DIP7 = ON (MW systeem UIT bij on-
scherp) aan. Bij looptest is het MW-detectiesysteem
weer geschakeld.
Indicaties
Toestand
besturingsleiding
Toestand
detector
LED LED
Scherp-
schakling
Klem 4
Looptest
Klem 3
detector
rood geel
Overgang naar
scherp
Naar
Geheugen
terugzetten
Scherp
Naar
believen
Geheugen
gereed
Looptest OFF
Alarm
opgeslagen
Onscherp
MW−detectie
Onscherp
Looptest ON
Zelftest bij op-
start
Looptestalarm
on
licht
2,5s op
knippert
knippert
langzaam
Geheugen-indicaties
Gezette geheugens worden in de toestand onscherp te
zamen met looptest UIT getoond.
Het alarmgeheugen (LED knippert rood) toont het re-
sultaat van de laatste scherpperiode. Met de volgende
scherpschakeling wordt dit geheugen altijd teruggezet.
Zelftest
De zelftest wordt altijd uitgevoerd als de voeding wordt
ingeschakeld.
Een storing wordt aangegeven door de constant bran-
dende LED (alleen zichtbaar bij ingeschakelde loop-
test).
Inbedrijfstelling
1. Voedingsspanning aansluiten.
Bij looptest-indicator AAN knippert de LED langzaam
tijdens de zelftest na een herstart (voor ongeveer 20
seconden).
Als de LED uitgaat, is de detector gereed.
Als de LED blijft branden, is er een storing in de detec-
tor.
2. Voer de looptest uit, d.w.z. controleer het hele detec-
tiegebied op activering van het alarm:
Het frequentiegedeelt dient elke beweging in de volle-
dige zone te detecteren wardt aangegewen door de
geele LED.
Doorkruis rechtop lopend met ca. 1 stap per seconde in
de richting van de pijlen de detectiezone (fig. 1 of 2) en
blijf staan.
De detector moet ook bij het doorkruisen van de rand-
zones van het detectiegebied een alarm activeren.
De detector verzegelen figuur 3
Een sticker wordt aangebracht over de spleet tussen de
bodem en het bovenstuk als het verzegelen van de de-
tector is voorgeschreven.
Onderhoud
Controleer de detector regelmatig (min. 1 keer per jaar)
op de goede werking (looptest) en verontreiniging.
Controleer ook de montage.
Storingen verhelpen
De detector reageert niet
Controleer of de spiegel is geplaatst.
Controleer de voedingsspanning en de polariteit.
Geen alarmmelding op de detector
Controleer de programmering.
Controleer de besturingssignalen.
Geen alarm
Controleer het alarmrelais.
Controleer de alarmlus.
Continu of tijdelijk alarm
Controleer de gevoeligheidsinstelling.
Schakel de detector op looptest, dek het venster van de
detector af met karton en wacht 30 seconden:
Als de LED blijft branden, is de detector defect.
Als de alarmmelding dooft
spoor de storingsbronnen in het detectiegebied op,
verwijder de storingsbronnen,
controleer de gevoeligheidsinstelling,
verstel de detector of draai 2° naar beneden.
Brandt de gele LED ook zonder bewegingen:
MW-gedeelte evt. te gevoelig of storingen van bui-
ten het detectiegebied.
Spoor mogelijke storingsbronnen op en verwijder
deze.
Verplaats de detector.
Onvoldoende bereik
Controleer de montagehoogte en inclinatie van de de-
tector (fig. 1 of 2).
Loop dwars door het detectiegebied!
Controleer het IR-venster op vervuiling.
Controleer de gevoeligheidsinstelling.
Opties
Gordijnspiegel IRS272 figuur 2
De gordijnspiegel IRS272 vormt met zijn overlappende
detectiezones een tegen passeren goed beveiligd de-
tectiegebied. Monteer de detector op 3m hoogte in een
hoek van 2°.
Spiegel vervangen:
Verwijder de breedhoekspiegel met behulp van een
schroevendraaier nr. 1 uit het deksel (fig. 8) en vervang
deze door een gordijnspiegel IRS272.
Selecteer de gevoeligheidsinstellingen «Hoge
waarden», «Standaard» of «Verhoogde stabili-
teit».
Montagehouder IRUM20, IRUM30 figuur 9
Met de montagehouder IRUM20 (wandmontage) en
IRUM30 (plafondmontage) kan de detector ±45° ge-
draaid en +10°/−15° schuin worden gezet.
Overeenkomstig de omstandigheden en de instel-
ling van de montagehouder kan de bewaakte zone
veranderen t.o.v. de gegevens in fig. 1 of 2.
Goedkeuringen
CE conform. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
R&TTE 1999/5/EC conform. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
C−Tic conform. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Nationale voorwaarden voor goedkeuring die be-
trekking hebben op de toepassing van het product,
moeten worden nageleefd.
Technische gegevens
Voedingsspanning 8,0...16,0VDC (12V nom.). . . . . . . . .
max. rimpel (0...100Hz) 2,0VSS. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
spanningscontrole alarm bij 7,2±0.5V. . . . . . . . . . . . . .
Stroomverbruik (bij 8...16VDC):
rust
7,5mA. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
maximale stroom (met LED AAN) 13mA. . . . . . . . . . . .
Radar (MW) 10.525GHz. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Alarmuitgang:
halfleiderrelais opent bij alarm / storing
. . . . . . . . . . . . .
alarmhoudtijd 2...3s. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
contactbelasting 30VDC / 100mA (ohmse belasting)
serieweerstand <35
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Sabotage- / afbreekcontact:
contactbelasting 30V
DC / 100mA (ohmse belasting)
Besturingsingangen LOW 1,5V / HIGH 3,5V. . . . . . .
Loopsnelheden:
groothoekspiegel (standaard) 0,2...4,0m/s
. . . . . . . . . .
gordijnspiegel IRS272 (optie) 0,2...4,0m/s. . . . . . . . . .
Omgevingscondities:
bedrijfstemperatuur −20°C...+55°C
. . . . . . . . . . . . . . . .
opslagtemperatuur −20°C...+60°C. . . . . . . . . . . . . . . . .
luchtvochtigheid (EN60721) <95%rH,. . . . . . . . . . . . . .
niet-condenserend
Elektromagn. compatibiliteit tot 2GHz 30V/m
. . . . . . .
Veiligheidsklasse behuizing EN60529,
EN50102 IP41/IK02
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
VdS-milieuklasse II. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Bestelinformatie
IRM270C A5Q00007825. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
IRS272 Gordijnspiegel (4 stuks) 571 733. . . . . . . . . . . .
IRUM20 Montagehouder, muur 562 247. . . . . . . . . . . . .
IRUM30 Montagehouder, plafond 562 250. . . . . . . . . . .
Kleefzegel 503 251. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Related product manuals