35
N
L
3. TOEPASSINGSGEBIED
De compressor dient voor de persluchtopwekking voor
pneumatischgereedschap.
Wij wijzen erop dat onze gereedschappen
overeenkomstig hun bestemming niet geconstrueerd zijn
voorcommercieel,ambachtelijkofindustrieelgebruik.
Wij geven geen garantie indien het gereedschap in
ambachtelijke of industriële bedrijven alsmede bij gelijk
testellenactiviteitenwordtgebruikt.
De machine mag slechts voor werkzaamheden worden
gebruiktwaarvoorzebedoeldis.Elkanderverdergaand
gebruikisnietreglementair.Voordaaruitvoortvloeiende
schade of verwondingen van welke aard dan ook is de
gebruiker/bediener,nietdefabrikant,aansprakelijk.
4. NETAANSLUITING
De compressor is voorzien van een netkabel met
veiligheidsstekker.Dezekanwordenaangeslotenopelk
veiligheidsstopcontact230V~50Hzdatbeveiligdisdoor
eenzekeringvan16ampère.Alvorenshetapparaatin
gebruik te nemen dient u er zich van te vergewissen dat
de netspanning overeenkomt met de bedrijfsspanning
vermeld op het kenplaatje van het apparaat. Lange
toevoerleidingen alsmede verlengkabels, kabeltrommels
enz.leidentotspanningsverliesenkunnenhetstarten
vandemotorbeletten.Bijtemperaturenonder+5°Cstart
demotoreventueelmoeilijktengevolgevanstroefheid.
5. PROCEDURES VÓÓR DE START
●
Controleer het toestel op transportschade. Eventuële
schade onmiddellijk aangeven aan de vervoeronderneming
waarmeedecompressorwerdgeleverd.
● Controleerofdereservoirsafgetaptwerdenengeen
vochtofvuilbevatten.
● De compressor dient nabij de verbruikers te worden
geïnstalleerd.
● Vermijd lange luchtkabels en toevoerleidingen
(verlengingen).
● Letopdrogeenstofvrijeaanzuiglucht.
● De compressor niet in een vochtige of natte ruimte
installeren.
●
De compressor mag slechts in gepaste ruimten (goed
geventileerd, omgevingstemperatuur +5°C - +40°C)
wordengebruikt.Inderuimtemogengeenstof,zuren,
dampen,explosieveofontvlambaregassenzijn.
● De compressor is geschikt voor gebruik in droge
ruimten.Hijmagnietwordengebruiktinzoneswaarin
metspatwaterwordtgewerkt.
● Vóór inbedrijfstelling dient het oliepeil in de
compressorpomptewordengecontroleerd.
6. GEBRUIKSAANWIJZINGEN
6.1 Startprocedures
1. ControleerofdeOn/Off(Aan/Uit)-schakelaarinde
standOffstaat.
2. Controleerofdereservoirluchtdruk0PSIbedraagt.
3. Sluitdeluchtslangaanopdeafvoerlijn.
4. Steek destekker vande unitin eenjuist geaarde
contactdoos.
5.
Druk de On/Off-schakelaar op On. De On/Off-
schakelaar licht op om aan te geven dat de compressor
aanstaat. De compressor schakelt automatisch de
cyclusinenuitomdereservoirdruktebehouden.
6. Steldedrukregelaarafopdejuistedrukinstellingdie
voorhetluchtgereedschapnodigis.
6.2 Uitschakelprocedures
1. DrukdeOn/Off-schakelaaropOff.
7.
SCHOONMAKEN EN ONDERHOUDEN
Let op!
Trek vóór alle schoonmaak- en onderhoudswerkzaamheid
de netstekker uit het stopcontact.
Let op!
Wacht tot de compressor helemaal is afgekoeld!
Gevaar om brandwonden op te lopen!
Let op!
Vóór alle schoonmaak- en onderhoudswerkzaamheden
dient de ketel drukloos te worden gemaakt.
7.1 Reiniging
●
Hou de veiligheidsinrichtingen zo veel mogelijk vrij van
stofenvuil.Wrijfhetapparaatmeteenschonedoek
afofblaashetmetpersluchtbijlagedrukschoon.
●
Het is aan te bevelen het apparaat direct na elk
gebruikschoontemaken.
●
Maak het apparaat regelmatig met een vochtige doek
enwatzachtezeepschoon.Gebruikgeenreinigings-of
oplosmiddelen; die zouden de kunststofcomponenten
vanhetapparaatkunnenaantasten.Zorgervoordat
geenwaterbinneninhetapparaatterechtkomt.
● Slang en spuitgereedschap moeten vóór de
schoonmaakbeurt van de compressor worden
gescheiden. De compressor mag niet met water,
oplosmiddelen of iets dergelijks schoon worden
gemaakt.
7.2 Aftapreservoir
Het condenswater dient elke dag afgetapt te worden,
opendaarvoordeaftapklep(ref.E)(opdebodemvan