101
NEDERLANDS
LEES DEZE INSTRUCTIEHANDLEIDING VOOR
DE MAAIMACHINE IN GEBRUIKNEEMT
Raadpleeg Afbeelding A aan het begin van deze handleiding
voor de volledige lijst van componenten. Bewaar deze
handleiding zodat u deze later ook nog kuntraadplegen.
GEVAAR: Scherp bewegend blad. Gebruik de
gazonmaaier niet in de mulch-stand, als de achterste
opening niet onder veerdruk is gesloten, omdat dit
Voor de juiste handpositie zet u beide handen op de
hoofdhandgreep
4
en de beugelhandgreep
6
.
Juiste positie van de handen (Afb.K)
WAARSCHUWING: Om het risico op ernstig persoonlijk
letsel te verminderen, dient u ALTIJD de handen in de
juiste positie te hebben, zoalsafgebeeld.
WAARSCHUWING: Om het risico op ernstig persoonlijk
letsel te verminderen, houdt u het ALTIJD stevig vast,
anticiperend op een plotselingreactie.
BEDIENING
Instructies voor gebruik
WAARSCHUWING: Houd u altijd aan de
veiligheidsinstructies en van toepassing
zijndevoorschriften.
WAARSCHUWING: Om het gevaar op ernstig
persoonlijk letsel te verminderen, zet u het
gereedschap uit en ontkoppelt u de accu, voordat
u enige aanpassing maakt of hulpstukken of
accessoires verwijdert/installeert. Het onbedoeld
opstarten kan letselveroorzaken.
Hoogte van de maaimachine afstellen
(Afb.G, H)
WAARSCHUWING: Probeer nooit de hoogte van de
maaimachine af te stellen terwijl de motorloopt.
U kunt de maaihoogte afstellen met de hendel
8
voor
dehoogteafstelling.
OPMERKING: Als u niet zeker weet op welke hoogte u
moet maaien, begin dan te maaien met hendels voor de
hoogte-afstelling
8
in stand aan de achterzijde van de machine
en stel de hoogte, naar behoefte, naar benedenbij.
De maaihoogte instellen
1. Trek de hendel
8
van de hoogte-afstelling los van de
vergrendelingsnok
23
.
2. Verplaats de hendel in de richting van de achterzijde van de
maaimachine als u de maaihoogte wilt latentoenemen.
3. Verplaats de hendel in de richting van de voorzijde van de
maaimachine als u de maaihoogte wilt latenafnemen.
4. Duw de hendel
8
voor de afstelling van de maaihoogte
vast op één van de vergrendelingsnokken
23
en stel zo de
maaihoogtein.
5. Herhaal dit voor de andere hendel
8
voor afstelling van
demaaihoogte.
Mulchen (Afb.A, E, F)
GEVAAR: Schakel de machine uit en verwijder de
veiligheidssleutel enaccu's.
1. U kunt de maaimachine in de mulch-stand laten werken
door de grasopvangzak
10
teverwijderen.
2. Denk eraan dat de afdekkap
9
van de achterste opening
gesloten moetzijn.
3. Als de zak is geplaatst, verwijder dan de zijwaartse
opvangtrechter
14
en controleer dat de zijflap
13
geheel
omlaagis.
Zij-opening (Afb.A, F)
GEVAAR: Schakel de machine uit en verwijder de
veiligheidssleutel enaccu's.
1. U kunt de maaimachine met de zijopening laten werken
door de grasopvangzak
10
teverwijderen.
2. Denk eraan dat de afdekkap
9
van de achterste
openinggesloten moetzijn.
3. Licht de zijflap
13
op en haak de zijopening
14
aan
demaaimachine.
4. Maak de zijflap los en controleer voor u de maaimachine
inschakelt, dat de zijopening
14
op z'n plaats blijftzitten.
OPMERKING:
De
afdekkap van de achterste opening
9
is
zo gevormd dat de opening (aan de onderzijde) niet geheel
kan wordenafgesloten.
Grasopvangzak (Afb.E)
GEVAAR: Schakel de machine uit en verwijder de
veiligheidssleutel enaccu's.
1. Licht de afdekkap
9
van de achterste openingop en
plaats de grasopvangzak
10
op de maaimachine zodat de
haken van de zak
19
in de sleuven
20
op de kunststof
oppervlakken binnenin op de handgreepbeugels schuiven,
zoals in Afb. E wordt getoond. Breng dan de afdekkap van
de achterste openingomlaag.
2. Als de zak is geplaatst, verwijder dan de zijopening
14
en
controleer dat de zijflap
13
geheel omlaagis.
2. Schuif vanaf de buitenzijde van de bovenste handgreep
4
de hendels voor vergrendeling van de handgreep
16
door de twee gaten in de handgreep. Herhaal dit voor de
tegenovergesteldezijde.
3. Zet vanaf de binnenzijde van de bovenste handgreep los
een knop
17
door beide hendels
16
voor vergrendeling
van dehandgreep.
4. Draai de bovenste handgreep
4
in de werkstand. Ga
voorzichtig te werk zodat u niet het snoer vastklemt
ofuitrekt.
5. Sluit de hendels voor vergrendeling van de handgreep
16
en zet daarmee de bovenste handgreep op z'n plaatsvast.
OPMERKING: Als de verbinding tussen de handgreep
en de hendel te vast of te los is, open dan de hendel en
stel de hoogte van de hendel af door de hendel naar links
of naar rechts te draaien.
Sluit de hendel weer tot de beide
hendels stevig dicht blijven zitten en de handgreep vastzit en
nietbeweegt.