94
NEDERLANDS
bewegende onderdelen, breuk van onderdelen, de montage
en andere omstandigheden die van invloed kunnen zijn op
de werking. Een beschermkap of een ander onderdeel dat
beschadigd is, moet op juiste wijze worden gerepareerd of
vervangen door een geautoriseerd servicecentrum, tenzij in
deze handleiding anders isvermeld.
• Onderhoud en service. Reparaties, onderhoud en eventuele
aanpassingen, die niet in deze handleiding worden vermeld,
moeten worden uitgevoerd door geautoriseerde servicecentra
of andere gekwalificeerde service-organisaties, waarbij altijd
identieke vervangende onderdelen moeten wordengebruikt.
• Oefen niet te veel kracht uit op de gazonmaaier – Het
gereedschap voert de werkzaamheden waarvoor het is
ontworpen, dan beter en veiligeruit.
• Reik niet buiten uw macht – Blijf te allen tijde stevig in
evenwicht en met beide voeten op de grondstaan.
• Blijf alert – Let goed op wat u doet. Gebruik uw gezond
verstand. Werk niet met de gazonmaaier wanneer u moebent.
• Koppel de gazonmaaier los – Neem de veiligheidssleutel en
de accu's uit de maaimachine wanneer u deze niet gebruikt,
voordat u onderhoud uitvoert, wanneer u accessoires wisselt, zoals
maaibladen, endergelijke.
• Berg apparaten die u niet gebruikt binnenshuis op
– Berg de maaimachine, wanneer u deze niet gebruikt, op
een droge, goed geventileerde plaats binnenshuis op, in een
afgesloten ruimte - buiten het bereik van kinderen. Verwijder
veiligheidssleutel enaccu's.
• Onderhoud de gazonmaaier met zorg – houd de snijranden
scherp en schoon, zo bereikt u de beste en veiligsteprestaties.
Volg de instructies voor smering en voor het wisselen van
accessoires. Houd de handgrepen droog, schoon en vrij van
olie envet.
• Houd beschermkappen op hun plaats en in goede
werkendestaat.
• Houd maaibladenscherp.
• Blijf met uw handen en voeten uit de buurt van
hetmaaigebied.
• Voorwerpen die door het blad worden geraakt, kunnen
ernstige verwondingen toebrengen aan personen. Het
gazon moet voor iedere maaibeurt altijd zorgvuldig worden
onderzocht en vrijgemaakt van allevoorwerpen.
• Als de gazonmaaier een voorwerp raakt, ga dan als
volgt stapsgewijs te werk:
1. Stop de gazonmaaier. Laat de beugelhandgreeplos.
2. Verwijder de accu's en deveiligheidssleutel.
3. Inspecteer de machine opbeschadigingen.
4. Repareer eventuele beschadigingen voor u de
gazonmaaier opnieuw start en in gebruikneemt.
• Gebruik uitsluitend identieke vervangendemaaibladen.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
EN INSTRUCTIES
WAARSCHUWING: Het risico van letsel beperken:
• Iedereen die dit gereedschap gaat gebruiken,
moet eerst de veiligheidsinstructies en andere
informatie in deze handleiding hebben gelezen en
hebbenbegrepen.
• Bewaar deze instructies en raadpleeg ze vaak voor
gebruik en bij het instrueren van anderen.
WAARSCHUWING: Wanneer met gazonmaaiers
met accuvoeding wordt gewerkt, moeten de
basisveiligheidsmaatregelen altijd worden gevolgd zodat
het risico van brand, elektrische schok en persoonlijk
letsel, waaronder het volgende, zoveel mogelijk wordt
voorkomen:
LEES ALLE INSTRUCTIES
ALGEMENE VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN EN
INSTRUCTIES VOOR ALLE GAZONMAAIERS
GEVAAR:
• Dit gereedschap kan gevaarlijk zijn. Volg alle
waarschuwingen en veiligheidsinstructies in deze handleiding
op. De gebruiker is verantwoordelijk voor het opvolgen van
waarschuwingen en instructies in deze handleiding en op de
unit. Beperk het gebruik van deze maaimachine tot personen
die de waarschuwingen en instructies in deze handleiding en
op de unit, lezen begrijpen enopvolgen.
• Vermijd gevaarlijke omgevingsomstandigheden –
Gebruik gazonmaaiers niet op locaties waar veel vocht of
wateris.
• Niet in de regengebruiken.
• Houd kinderen op afstand – Alle bezoekers moeten op
veilige afstand van het werkgebied wordengehouden.
• Draag de juiste kleding – Draag geen loszittende kleding of
sieraden. Zij kunnen in bewegende onderdelen vast komen te
zitten. Gebruik van rubberen handschoenen en stevig schoeisel
wordt aanbevolen wanneer u buitenshuiswerkt.
• Draag een veiligheidsbril – Draag altijd bedekking van uw
gezicht of een stofmasker als bij het werken veel stofvrijkomt.
• Gebruik het juiste apparaat – Gebruik de gazonmaaier niet
voor een andere taak dan waarvoor het isbedoeld.
• Controleer op beschadigde onderdelen. Voordat u de
maaimachine weer gebruikt moet een beschermkap of
een ander onderdeel dat is beschadigd, zorgvuldig worden
geïnspecteerd om te bepalen of het goed zal werken en de
bedoelde functie zal uitvoeren. Controleer de uitlijning van
bewegende onderdelen, controleer op het vastlopen van
vervangende onderdelen gebruikt. Dit zorgt ervoor dat
de veiligheid van het gereedschap blijftgegarandeer.
b ) Probeer nooit beschadigde accu’s te repareren. De
reparaties aan accu’s mogen alleen worden uitgevoerd
door de fabrikant of door geautoriseerdeservicecentra.