128
De airconditioner werkt,
maar koelt niet af.
Ramen/vitrages/gordijnen
zijn open.
Sluit de kamer af tegen
de zon en sluit alle ramen.
Andere apparaten in
de kamer veroorzaken
warmte (bijv. televisie,
ovens, haardrogers).
Schakel alle extra
apparaten in de kamer
uit.
De afvoerslang is niet
geïnstalleerd of is niet
naar buiten geleid.
Installeer de afvoerslang
op de juiste manier.
De koelcapaciteit is niet
geschikt voor de ruimte
waar de airconditioner
wordt gebruikt.
Neem de technische
gegevens van de
airconditioner in acht.
Tijdens het gebruik
ontstaan onaangename
geuren.
Luchtfilter is verstopt of
vuil.
Verwijder het luchtfilter,
reinig het volgens de
instructies.
Na een herstart duurt
het 3 minuten tot het
apparaat weer werkt.
Het beveiligingscircuit van
de compressor voorkomt
een onmiddellijke start
na het uit- en weer
inschakelen van het
apparaat.
Wacht drie minuten. Het
apparaat werkt dan weer
normaal.
De volgende
foutmeldingen
verschijnen op het
display:
Lt
PF
Ft
De zelfdiagnose hee een
fout ontdekt.
Lt - Temperatuur in
de kamer te laag. De
ontdooifunctie start.
PF - Sensorfout.
Informeer de service-
afdeling
Ft - Condenswatertank
is vol. Maak de tank leeg
zoals beschreven in deze
handleiding.