3. Het voedingscircuit moet worden voorzien van een aardlekschakelaar met een capaciteit van 1,5 maal
de maximale stroomsterkte van de unit.
4. Zorg ervoor dat de airconditioning goed geaard is.
5. Sluit de kabels aan volgens het bijgevoegde elektrisch aansluitschema. Fig. 22 & 23
6. Alle bedrading dient te voldoen aan landelijke en plaatselijke elektriciteitsnormen en –voorschriften en
moet door gekwalificeerde vakmensen worden aangesloten.
7. Speciaal voor deze airconditioning moeten een afzonderlijke afgetakt circuit en een enkel stopcontact
a
anwezig zijn. Zie onderstaande tabel voor aanbevolen kabeldiameters en zekeringspecificaties:
Sluit de kabel op de binnenunit aan (voor TS modellen)
1. De verbindingskabel voor de binnen-/buitenunit moet van het type H07RN-F zijn.
2. Verwijder het paneel en de schroef, en verwijder vervolgens de vensterafdekking. (afbeelding 21)
3. Sluit de kabels overeenkomstig hun markeringen op de aansluitklemmen aan. (afbeelding 22)
4. Omwikkel de kabels die niet met de aansluitklemmen zijn verbonden met isolatietape, zodat ze geen
contact maken met elektrische onderdelen.
5. Bevestig de klem van het netsnoer.
Fig. 21
Fig. 22
G
LET OP!
De voedingsspanning moet overeenkomen met de nominale spanning van de airconditioning.
Model Voeding
Nominale ingangsstroom
(schakelaar/zekering)
Diameter netsnoer
≤ 3,5 kW
230V~50Hz 16A 2,5 mm
2
> 3,5 kW
230V~50Hz 16A traag 2,5 mm
2
Naar binnenunit
1
114