13
SETUP-Einstellungen löschen
Der letzte Menüpunkt ermöglicht die Löschung aller voreingestellten Parameter.
Dies wird erforderlich, wenn ein Batteriewechsel durchgeführt wurde. Löschen
Sie vor einer Neueinstellung immer erst die SETUP-Funktionen.
Drücken Sie im SETUP-Menü 6x die Taste „SETUP“.1.
Die Anzeige für die Löschung erscheint. Drücken Sie die Taste “SETUP” 2.
um in den ersten Einstellpunkt zu gelangen oder die Taste “HOLD” um
die Einstellungen zu löschen. Nach dem Löschen wird automatisch in
den Messmodus umgeschaltet.
GERÄTEFUNKTIONEN10.
Das Schallpegelmessgerät hat verschiedene Zusatzfunktionen, welche die Messungen und die
Handhabung erleichtern sowie den Einsatzbereich erweitern. Diese Zusatzfunktionen sind:
Auto-Power-OFF-Funktion
Um die Lebensdauer der Batterie nicht unnötig zu verkürzen, ist eine automatische Abschaltung
eingebaut. Das Messgerät wird abgeschaltet, wenn ca. 15 Minuten lang keine Taste gedrückt wurde.
Das Messgerät muss über die „Power-Taste wieder eingeschaltet werden.
Diese Funktion kann im Messbetrieb durch Drücken der Taste „SETUP“ ein- und ausgeschaltet werden.
HOLD-Funktion
Der momentan dargestellte Messwert wird im Display festgehalten. Die aktive Funktion wird durch
„HOLD“ im Display angezeigt.
Drücken Sie die Taste „HOLD“ um diese Funktion zu aktivieren. •
Ein erneutes Drücken schaltet in den Messmodus zurück.•
MAX-/MIN-Funktion
Bei fortlaufender Messung wird nur der Maximal-/ oder Minimalwert im Display angezeigt. Diese
Messfunktion erleichtert Ihnen die Ermittlung der Spitzenpegel. Die aktive Funktion wird durch „MAX“
oder „MIN“ im Display angezeigt.
Drücken Sie die Taste „MAX/MIN“ um diese Funktion zu aktivieren. Jedes erneute Drücken schaltet in
den nächsten Anzeigemodus um. MAX, MIN, normaler Messmodus, MAX, MIN...
Frequenzbewertung A/C-Kennlinie
Das Messsignal wird mit Hilfe zweier Bewertungskurven frequenzbewertet. Kennlinie A stellt die
charakteristische Gehörkennlinie des menschlichen Ohrs dar. Der Mensch empfi ndet tiefere Töne
leiser als mittlere oder hohe Töne. Kennlinie C bewertet dieses Frequenzspektrum linear und ohne
Filter (tatsächlicher Schallpegel).
Drücken Sie die Taste „A/C“ um diese Filter umzuschalten. Der aktive Filter wird im Display mit „dBA“
oder „dBC“ angezeigt.
Druk op de toets “MAX/MIN” om deze functie te activeren. Met elke druk op de toets wordt er
overgeschakeld naar een volgende weergavemodus. MAX, MIN, normale meetmodus, MAX, MIN...
Frequentie-evaluatie A/C-curve
Het meetsignaal wordt met behulp van twee evaluatiecurves in frequentie geëvalueerd.
Curve A staat voor de karakteristieke gehoorlijn van het menselijke oor. De mens ervaart lagere tonen
minder luid dan gemiddelde of hogere tonen. Curve C evalueert dit frequentiespectrum lineair en
zonder fi lter (het werkelijke geluidsniveau).
Druk op de toets “A/C” om dit fi lter om te schalelen. Het actieve fi lter wordt op het display aangegeven
met “dBA” of “dBC”.
Omschakeling van het meetbereik
De geluidsniveaumeter beschikt over vier meetbereiken. Het onderste bereik gaat van 30 tot 80 dB,
het middelste bereik gaat van 50 tot 100 dB, en het bovenste bereik gaat van 80 tot 130 dB.
Het automatische bereik gaat van 30 tot 130 dB. Indien een van deze bereiken wordt onder- of
overschreden, dan wordt op het display “UNDER” of “OVER” zichtbaar. Schakel naar het eerstvolgende
lagere/hogere meetbereik om.
Druk om over te schakelen op de toets “LEVEL”.
Tijdinstelling FAST/SLOW
Het signaal kan worden gemeten met twee verschillende meetintervallen. Voor snel veranderende
signaalniveaus (claxon, schot enz.) moet de tijdinstelling op “FAST” worden geplaatst. De meetduur
bedraagt 125 ms/meting. Voor traag veranderende signaalniveaus (ruis, brom enz.) moet de
tijdinstelling op “SLOW” worden geplaatst. De meetduur bedraagt 1 s/meting.
Druk om over te schakelen op de toets “FAST/SLOW”.
UITVOEREN VAN EEN METING11.
Denk bij luide geluidsbronnen om voldoende gehoorbescherming. Er bestaat het
gevaar van gehoorschade!
Neem de toelaatbare omstandigheden (technische gegevens) in acht om foutieve
metingen te voorkomen.
Kalibratie
De signaalniveaumeter voldoet aan de Europese norm EN 61 672-1 voor signaalniveaumeters.
Om hem conform de normen te kunnen gebruiken, moet het apparaat voor elke meting met de
evaluatiecurve A (dBA) worden geijkt, d.w.z. met een geluidskalibrator van Klasse 2 volgens IEC 60942
worden gecontroleerd, en indien vereist worden afgeregeld. Na elke meting moet de nauwkeurigheid
nogmaals worden gecontroleerd.
Voor het ijken gaat u te werk als volgt:
To Next Page
Loading...
Need help?
General
