nl gebruik
74
▶ De draaischakelaar op draaien
en vasthouden.
a De aandrijving beweegt langzaam
tot de correcte parkeerstand is be-
reikt.
Opmerking:Als de aandrijving niet
beweegt, is de correcte parkeerstand
reeds bereikt.
gebruik
6 Voor het eerste gebruik
gebruik
Bereid het apparaat voor voor het ge-
bruik.
6.1 Apparaat voorbereiden
1. De ontgrendelknop indrukken en
de draaiarm omhoog bewegen tot
deze vastklikt.
→"Draaiarm bewegen",
Pagina74
2. Til de kom op en verwijder deze.
→"Kom verwijderen", Pagina74
3. Alle onderdelen die met levens-
middelen in aanraking komen voor
het eerste gebruik reinigen.
→"Reiniging en onderhoud",
Pagina76
4. De gereinigde en gedroogde on-
derdelen gereed leggen voor het
gebruik.
Bediening
7 De Bediening in essen-
tie
Bediening
7.1 Snoerlengte
Stel de lengte van het aansluitsnoer
naar behoefte in.
Snoerlengte met het
snoeropbergvak instellen
1. Het aansluitsnoer er tot de beno-
digde lengte uittrekken.
2. Het snoer in het snoeropbergvak
schuiven om de snoerlengte te ver-
korten.
7.2 Draaiarm bewegen
1. De ontgrendelknop indrukken en
de draaiarm omhoog bewegen tot
deze vastklikt.
→Fig.
3
a De draaiarm is in stand2 vastge-
zet.
2. De ontgrendelknop indrukken en
de draaiarm omlaag bewegen tot
deze in de verticale stand vastklikt.
→Fig.
4
a De draaiarm is in stand3 vastge-
zet.
7.3 Kom aanbrengen
▶ De kom op het basisapparaat
plaatsen.
→Fig.
5
De kom moet recht en stevig op
het basisapparaat zitten.
7.4 Kom verwijderen
▶ Til de kom op en verwijder deze.
→Fig.
6
7.5 Hulpstuk aanbrengen
Vereiste:De aandrijving bevindt zich
in de parkeerstand.
→"Aandrijving in parkeerstand bewe-
gen", Pagina73
1. Het benodigde hulpstuk selecte-
ren.
→"Overzicht van de hulpstukken",
Pagina73
2. Het hulpstuk in de hoofdaandrij-
ving drukken tot het vastklikt.
→Fig.
7