EasyManua.ls Logo

Devolo Magic - Powerline; Powerline-Netwerk

Devolo Magic
260 pages
Go to English
To Next Page IconTo Next Page
To Next Page IconTo Next Page
To Previous Page IconTo Previous Page
To Previous Page IconTo Previous Page
Loading...
Configuratie 26
devolo Magic 1 LAN
1-1
Powerline
Hier vindt u statusinformatie over het
devolo Magic-netwerk en de verbonden appara-
ten.
Lokaal apparaat: staat van apparaat „verbonden“
of „niet-verbonden“
Netwerk: Aantal apparaten aangesloten op het
Powerline netwerk
Verbindingen
Deze tabel geeft een overzicht van alle beschikba-
re en verbonden devolo Magic-adapters van uw
netwerk, onder vermelding van de volgende gege-
vens:
Apparaat ID: nummer van de betreffende
devolo Magic-adapter in het devolo Magic-net-
werk
MAC-adres: MAC-adres van de betreffende
devolo Magic-adapter
Zenden (Mbps): verzendsnelheid van gegevens
Ontvangen (Mbps): ontvangstsnelheid van gege-
vens
Uitgebreide informatie over de getoonde
apparaatgegevens vindt u in hoofdstuk 4.5
Systeem.
LAN – Ethernet
LAN-aansluiting; vermeld worden de snelheid
(10/100/1000 Mbps) en de modus (half/full du-
plex) bij detectie van een aansluiting; anders luidt
de statusindicatie "niet-verbonden".
LAN – IPv4
DHCP: aanduiding of DHCP is in- of uitgeschakeld
Adres: globaal IPv4-adres dat het apparaat ge-
bruikt om verbinding met het internet te maken.
Subnetmasker: Het subnetmasker verdeelt het
gebruikte IP-adres in een netwerk in een net-
werkadres en een apparaatadres.
Standaard-gateway: In een IP-omgeving neemt
de router deze functie over. Alle IP-pakketten
waarvoor geen andere routeringsinformatie is ge-
vonden, worden doorgestuurd naar de standaard-
gateway. Apparaten die geen dynamische
routering ondersteunen, sturen alle IP-pakketten
naar de standaard-gateway.

Table of Contents

Related product manuals