172 Dräger X-zone 5500
Alarmen (standaardinstellingen)
8.2 Concentratie-hoofdalarm A2
Onderbroken alarmmelding:
Bij A2 op het apparaat dat het alarm activeert:
Er klinkt een dubbele signaaltoon en de LED-lichtring knippert
rood (masteralarm).
Bij A2 op het apparaat dat het alarm ontvangt:
Er klinkt een dubbele signaaltoon en de LED-lichtring knippert
rood-groen (dochteralarm).
Pas wanneer de concentratie de alarmgrens A2 heeft
onderschreden, is bevestigen mogelijk:
-toets indrukken.
De akoestische alarmmeldingen worden uitgeschakeld.
8.3 Accu-vooralarm
Onderbroken alarmmelding:
Vooralarm bevestigen:
Accu-LED knippert rood.
-toets indrukken. Alleen het akoestische alarm wordt
uitgeschakeld.
De accu werkt na het accu-vooralarm nog ca. 15 minuten.
8.4 Accu-hoofdalarm
Onderbroken alarmmelding:
Het accu-hoofdalarm kan alleen
akoestisch worden bevestigd:
Accu-LED knippert rood.
Het apparaat wordt na 10 seconden automatisch
uitgeschakeld.
Voordat het apparaat uitschakelt, worden kortstondig een
optisch en akoestisch alarm geactiveerd.
8.5 Apparaatalarm
Een storingscode wordt uitsluitend bij een lokale
apparaatstoring weergegeven. De storingscode van de eerste
storing (met het laagste nummer) wordt weergegeven. Als er
meerdere lokale apparaatstoringen zijn, kunnen deze ofwel via
de infomodus worden weergegeven (zie hoofdstuk 3.1.4 op
pagina 157) of het apparaat moet met de PC-software Dräger
CC-Vision worden uitgelezen (zie hoofdstuk op pagina 175).
Onderbroken alarmmelding:
Weergave bij gegroepeerde
apparaten:
Weergave bij niet
gegroepeerde apparaten:
Het toestel of één of meerdere sensorkanalen zijn niet
bedrijfsklaar.
Oplossingen, zie hoofdstuk 12 op pagina 177
Schakel, indien nodig, de DrägerService in voor het
verhelpen van de storing.
Om het apparaatalarm te bevestigen:
-toets indrukken.
GEVAAR
Levensgevaar! De zone direct verlaten.
Een hoofdalarm is zelfhoudend en kan niet worden
bevestigd (zie gebruiksaanwijzing X-am 5x00).
Voor
O
2
:
A1 = zuurstoftekort
A2 = zuurstofoverschrijding
WAARSCHUWING
Voordat de zone weer toegankelijk is, moet een
vrijgavemeting worden uitgevoerd!
AANWIJZING
De apparaatstoring kan bij de X-zone 5500 of bij de
X-am 5x00 aanwezig zijn.
De signaaltoon kan met behulp van de PC-software
Dräger CC-Vision worden gewijzigd.
i
i
04933112.eps
ARCL-0144
ALL
0009
ARCM
X5
05033112.eps
1
20.9
Vol%O2
0
ALL
X16
To Next Page
Loading...
