Gegevensinvoer
Wanneer een tekstvak (alfanumeriek veld) geselecteerd is voor
gegevensinvoer verschijnt er een virtueel toetsenbord op het
scherm. Dit wordt op eenzelfde wijze gebruikt als het toetsenbord
van de PC. Wanneer de gegevensinvoer afgerond is, wordt op
toets Enter aan de rechterzijde van het toetsenbord gedrukt om
de invoer te bevestigen en het virtuele toetsenbord te beëindigen.
Opmerking: Gebruik toets Cap (hoofdletters) links onderaan het
toetsenbord om te wisselen tussen hoofd- en kleine letters. Dit is belangrijk
voor hoofdlettergevoelige informatie, zoals wachtwoorden.
Om makkelijker te kunnen kiezen uit een mogelijk lange lijst met
items, wordt gebruik gemaakt van een roulerende lijst. Gebruik
de pijltjestoetsen voor op en neer aan de zijkant om door de lijst
te bladeren of selecteer direct een item. Druk op Ok om te
bevestigen.
Gebruikersidentificatie
Als toegangsrechten ingeschakeld zijn (zie Security management (Beveiligingsbeheer)
op pagina 231), zal het nodig zijn aan te loggen als geautoriseerd gebruiker om toegang te krijgen
tot het instrument. Standaard zijn er drie gebruikers gedefinieerd voor het instrument; deze zijn nodig
voor eerste toegang tot het instrument:
Niveau ID Wachtwoord
Administrator (beheerder) 000 123
Manager 001 123
Bediener 002 123
Na het instellen van de gebruikerslijst dienen de drie standaardingaven te worden verwijderd.
Om in te loggen wordt op Login (inloggen) gedrukt op de balk onderin het scherm. Geef een geldige
combinatie van User ID (gebruikersnaam) en Password (wachtwoord) in de hiervoor aangegeven
vakken in en druk op Ok om door te gaan. De gegevens worden weergegeven in de linker
bovenhoek van het scherm. Druk op knop Ok links onderin het scherm om toegang te krijgen tot het
menu.
Opmerking: Om beveiligingsredenen wordt een gebruiker na een periode van activiteit automatisch uitgelogd.
Instrumentopties
Er wordt onderin elk scherm een balk weergegeven met de beschikbare opties:
• Standby (stand-by) - druk op deze knop om het instrument in bedrijfsmodus te laten staan als er
een lange tijd tussen metingen ligt. Het scherm wordt zwart, maar kan opnieuw geactiveerd
worden door erop te tikken. Na reactivering moet een geldige combinatie van gebruikersID en
wachtwoord worden ingevoerd als deze is ingesteld.
• Configuration (Configuratie) - Raadpleeg Configuratie op pagina 227
• Calibration (Kalibratie) - Raadpleeg Kalibratie op pagina 233
• Measurement (meting) - raadpleeg Meetproces op pagina 235
• Analysis (Analyse) - Raadpleeg Analyse op pagina 236
• Maintenance (onderhoud ) - raadpleeg Onderhoud op pagina 237
Opmerking: Als er, om wat voor reden dan ook, opties niet beschikbaar zijn (bijv. toegangsniveau niet hoog
genoeg), worden deze uitgegrijsd.
Statusindicator instrument
Een gekleurde LED-indicator rechts bovenin het scherm zal de huidige status van het instrument
weergeven:
226
Nederlands