Honeywell GmbH 15 MU1H-1002GE23 R0804
NL
7. Ingebruikstelling
7.1 Uitlaatdruk instellen (Afb. 1)
1. Afsluitklep sluiten.
2. Druk aan uitgangszijde ontlasten (bijv. door aftap-
pen van water).
3. Sleufschroef losdraaien.
Sleufschroef niet volledig eruitdraaien.
4. Drukveer ontspannen.
Instelbare greep naar links (-) draaien.
5. Afsluitklep sluiten.
6. Afsluitklep langzaam openen
7. Uitlaatdruk instellen.
Instelbare greep draaien totdat op de instelschaal
de gewenste waarde verschijnt.
8. Sleufschroef weer vastdraaien.
9. Afsluitklep langzaam openen
10.Drukreduceerklep is nu gebruiksklaar.
8. Onderhoud
Volgens DIN 1988, Deel 8 moeten het volgende worden
uitgevoerd
:
8.1 Inspectie
1. Afsluitklep sluiten.
2. Uitlaatdruk op de drukmeter bij nul-doorstroming
controleren.
3. Afsluitklep langzaam openen
8.2 Onderhoud (Afb. 2)
1. Afsluitklep sluiten.
2. Druk aan uitgangszijde ontlasten (bijv. door aftap-
pen van water).
3. Sleufschroef losdraaien.
Sleufschroef niet volledig eruitdraaien.
4. Drukveer ontspannen.
Instelbare greep naar links (-) draaien.
5. Afsluitklep sluiten.
6. Veerkap erafschroeven.
Dubbelringsleutel ZR06K gebruiken (☞
accessoire).
7. Glijring verwijderen.
8. Klepinzetstuk met tang eruittrekken.
9. Zeefzak erafschroeven.
Dubbelringsleutel ZR06K gebruiken (☞
accessoire).
10.Zeefinzetstuk verwijderen, reinigen en weer aan-
brengen.
11. O-ring mit siliconevet licht invetten en op zeefzak
drukken.
12.Controleren of afdichtschijf, sproeistukkant en
groefring in goede staat zijn, eventueel klepin-
zetstuk geheel vervangen.
13.Montage in omgekeerde volgorde.
14.Membraan met vinger indrukken, daarna glijring
aanbrengen.
15.Uitlaatdruk instellen (☞ Hoofdstuk 7).
8.3 Afstelling instelschaal (Afb. 3)
Bij demontage van de instelbare greep gaat de afstel-
ling verloren. Een hernieuwde afstelling is met behulp
van een manometer (☞ accessoire) mogelijk.
1. Afsluitklep sluiten.
2. Druk aan uitgangszijde ontlasten (bijv. door aftap-
pen van water).
3. Sleufschroef losdraaien.
4. Afsluitklep sluiten.
5. Manometer monteren.
6. Afsluitklep langzaam openen
7. Gewenste uitlaatdruk instellen (bijv. 4 bar).
8. Het cijfer van de schaal op de streep in het midden
van het venster afstellen.
9. Sleufschroef weer vastdraaien.
10.Afsluitklep langzaam openen
11. Drukreduceerklep is nu gebruiksklaar.
i
• De ingangsdruk moet ca. 1 bar hoger zijn
dan de ingestelde uitgangsdruk
i
• Wij raden u aan een onderhoudscontact
met een installatiebedrijf af te sluiten!
i
• Interval: eenmaal per jaar
• Uit te voeren door een installatiebedrijf
• Uit te voeren door het bedrijf
• VOORZICHTIGHEID!
Blijft de druk niet stabiel en stijgt deze lang-
zaam ☞ Onderhoud!
i
• Interval: om de 1-3 jaar (afhankelijk van de
plaatselijke omstandigheden)
• Uit te voeren door een installatiebedrijf
OBJ_BUCH-10-001.book Seite 15 Donnerstag, 11. November 2004 4:43 16
To Next Page
Loading...
