Instellen: Magnetronfuncties
Stap 1 Verwijder alle accessoires uit de oven.
Plaats de glazen bodemplaat van de magnetron. Plaats het voedsel op de gla‐
zen bodemplaat van de magnetron.
Stap 2 Draai aan de knop voor de verwarmingsfuncties en selecteer de functie Mag‐
netron: .
Stap 3
Druk op: om te beginnen met de standaardinstellingen.
Het display toont: duur en magnetronvermogen.
Stap 4
Draai aan de regelknop om de duur aan te passen. Druk op: .
Stap 5
Druk op: . Draai aan de regelknop om het magnetronvermogen te wijzigen.
Druk op:
Stap 6 Draai de knop voor de verwarmingsfuncties naar de uit-stand om het apparaat
uit te schakelen.
Je kunt de instellingen tijdens het koken aanpassen.
De maximale tijd van de magnetronfuncties is afhankelijk van het door jou ingestelde
magnetronvermogen:
MAGNETRONVERMOGEN
W
MAXIMUMTIJD
min
100 - 600 59:55
>600 7
Als je de deur opent, stopt de functie. Om de functie opnieuw te starten, sluit de
deur. Druk op .
Instellen: Combimagnetronfuncties
Stap 1 Verwijder alle accessoires uit de oven.
Plaats de glazen bodemplaat van de magnetron. Plaats het voedsel op de gla‐
zen bodemplaat van de magnetron.
Stap 2
Draai aan de knop voor de verwarmingsfuncties en selecteer de functie:
.
Op het display verschijnt: temperatuur en magnetronvermogen.
Stap 3 Draai aan de regelknop om de temperatuur aan te passen.
Stap 4
Druk op: .
Stap 5
Draai aan de regelknop om het magnetronvermogen te wijzigen. Druk op: .
NEDERLANDS 402