P/N 1070341 (ML) • REV F • ISS 16APR18 43 / 66
Zie “ATS125x standaard instellingen ingangen en relais”
hieronder voor meer informatie, over standaard ingangen en
deurrelais instellingen.
Opmerking: De ATS125x 4-deuren DI heeft standaard
8 ingangen. Een uitbreiding van 24 ingangen kan gerealiseerd
worden door het aansluiten van ATS1202 ingangen-
uitbreidingen.
GI’s
Kaartlezers, bediendelen (ATS110x, ATS115x), en ATS1170
interface’s zijn GI’s en dienen gepold te worden voor gebruik.
GI’s die gepold worden kunnen gegevens versturen naar de
ATS125x. GI’s worden aangesloten op de lokale databussen
van ATS125x. Elke GI heeft een uniek nummer in het systeem
afhankelijk van het 4-deuren DI adres en GI adres op de lokale
databus. Zie Tabel 6 op pagina 42 voor meer details.
16 GI’s kunnen worden aangesloten op de lokale databussen
van de ATS125x. Het GI adres is gerelateerd aan een
specifieke deur op de ATS125x en aan de lezerfunctie (in lezer
of uit lezer) van dezelfde deur.
Tabel 7: GI adres en lezer functie
Uitgangen
De 4-deuren / 4-liften DI beschikt standaard over één
schakelbare spanningsgestuurde uitgang (externe sirene).
Daarnaast zijn er standaard vier ontgrendelrelais beschikbaar
op de 4-deuren DI, één per deur.
De 4-deuren / 4-liften DI kan in totaal 48 uitgangen adresseren
met behulp van macro logica of 16 uitgangen toegewezen aan
het DI-adres.
Uitgangen-uitbreidingen worden gebruikt om het aantal
uitgangen op een DI te verhogen. Elke uitgangen-uitbreiding
breidt het aantal uitgangen uit met 4 of 8 uitgangen.
Nummering 16 uitgangen aan toegewezen DI-adres is gelijk
aan eerste 16 ingangnummers van de DI.
Sirene-uitgangen (alleen ATS1250/1260)
De ATS1250/1260 sirene- (luidspreker-) uitgang is beschikbaar
onder het laatste van de 16 uitgangnummers die met dat DI-
adres zijn verbonden. Op DI 3 is bijvoorbeeld uitgang 64 de
sirene-uitgang. Zie Tabel 8 hieronder.
Tabel 8: Sirene-uitgangnummers per DI
Om de sirene-uitgang te activeren, moet het uitgangnummer
van de sirene worden toegewezen aan het nummer van de
actievlag van de sirene. De nummers van de actievlaggen van
sirenes worden ingevoerd in Programmeermenu 2 –
Gebieden-database. Dit menu wordt beschreven in de
programmeerhandleiding bij de ATS.
Uitgangen uitbreidingen
Met de ATS1810 4-voudige niet geklokte relaiskaart kunnen de
uitgangnummers 5–8, met behulp van de macrologica, worden
gebruikt of de uitgangen die zijn toegewezen aan het DI-adres.
DI 1 gebruikt bijvoorbeeld ontgrendelrelais 17–20 voor het
openen van deuren, de uitgangen 21–24 zijn beschikbaar op
de relaiskaart.
Opmerking: Dit type relaiskaart kan niet samen gebruikt
worden, met ATS1811/ATS1820 geklokte uitgangen
uitbreidingen.
Met de ATS1811 8-voudige relaiskaart kunnen 48 uitgangen
(uitgang 5 en hoger) gerealiseerd worden met behulp van de
macrologica, of 12 uitgangen van de in totaal 16 aan het DI-
adres toegewezen uitgangen. DI 1 gebruikt bijvoorbeeld
ontgrendelrelais 17–20 voor het openen van deuren, de
uitgangen 21–63 zijn beschikbaar op de relaiskaarten.
ATS1820 16-voudige open collectorkaart. Hiervoor geldt
hetzelfde als voor de ATS1811.
De 4-deuren / 4-liften DI kan alleen gebruik maken van de
uitgangen 33 tot 63 door gebruik te maken van de macro
logica.
Bij gebruik van meer dan twee ATS1811- of ATS1820
uitgangen uitbreidingen, moet een afzonderlijke voeding
worden gebruikt.
ATS125x standaard instellingen ingangen en relais
Tabel 9: Standaardinstellingen
Ingang uitgangs-
verzoek (RTE)
Ingang uitgangs-
verzoek (RTE)
De ingangnummers in Tabel 9 hierboven verwijzen naar de
fysieke ingangnummers op het ATS125x PCB.
De systeem ingangnummers van deze functies voor elke
ATS125x staan in Tabel 6 op pagina 42.