Nederlands
10 STORINGEN
OPGELET: Bij elke tussenkomst moet de machine verplicht worden uitgeschakeld.
Als het probleem zich blijft voordoen, neem dan contact op met uw technicus.
De machine werkt niet
Sluit de machine met een kabel op het stopcontact aan (fig.2
, n°15).
Ontgrendel de noodstop (fig.1, n°10)
Neem contact op met uw erkende verdeler als het groene controlelampje
knippert.
Sluit de deur vooraan.
De machine werkt maar het
brood wordt beschadigd of
onregelmatig gesneden
Controleer of de bladen niet moeten worden vervangen (fig.12).
Laat het brood enkele uren afkoelen.
Plaats brood met toegelaten afmetingen.
Plaats een redelijk stevig brood.
Als de bladen niet goed zijn uitgelijnd, stel dan de bladen en kaders af.
Het brood trilt in de bladen
Als de bladen niet goed zijn uitgelijnd, stel dan de bladen en kaders af.
Het brood wordt te traag
gesneden
Controleer of de bladen niet moeten worden vervangen (fig.12).
Kies een andere drukafstelling op uw drukregelaar (ISC).
Controleer of de veren van de broodpers goed op hun plaats zitten
(fig.14, n°28).
Het brood wordt
stukgescheurd
Als de bladen niet goed zijn uitgelijnd, stel dan de bladen en kaders af.
Controleer of de veren van de broodpers goed op hun plaats zitten
(fig.14, n°28).
Controleer of de bladen niet moeten worden vervangen (fig.12).
Neem contact op met uw erkende verdeler als het groene controlelampje
knippert.
Het brood komt traag naar
buiten of blijft in de bladen
Controleer of de veren van de broodpers goed op hun plaats zitten
(fig.14, n°28).
verlaten van de bladen
Neem een veer van de broodpers weg en herbegin uw test (fig.14,
n°28).